Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. inregelen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für inregelen (Niederländisch) ins Deutsch

inregelen:

inregelen [znw.] Nomen

  1. inregelen (afstemmen; regelen; instellen; afstellen)
    Einstellen; die Feineinstellung; Abstimmen

Übersetzung Matrix für inregelen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
Abstimmen afstellen; afstemmen; inregelen; instellen; regelen
Einstellen afstellen; afstemmen; inregelen; instellen; regelen aanpassing; bijstelling; het plaatsen; huren van persoon; inhuren; plaatsing
Feineinstellung afstellen; afstemmen; inregelen; instellen; regelen