Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. kroeghouder:


Niederländisch

Detailübersetzungen für kroeghouder (Niederländisch) ins Deutsch

kroeghouder:

kroeghouder [de ~ (m)] Nomen

  1. de kroeghouder (kastelein)
    der Wirt; der Barkeeper; der Schankwirt

Übersetzung Matrix für kroeghouder:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
Barkeeper kastelein; kroeghouder barkeeper
Schankwirt kastelein; kroeghouder café-eigenaar; herbergier; kastelein; kroegbaas; waard
Wirt kastelein; kroeghouder café-eigenaar; herbergier; kastelein; kroegbaas; pensionhouder; tapper; waard

Verwandte Wörter für "kroeghouder":

  • kroeghouders