Niederländisch
Detailübersetzungen für lichtjes aanraken (Niederländisch) ins Deutsch
lichtjes aanraken:
lichtjes aanraken Verb (raak lichtjes aan, raakt lichtjes aan, raakte lichtjes aan, raakten lichtjes aan, lichtjes aangeraakt)
-
lichtjes aanraken
Konjugationen für lichtjes aanraken:
o.t.t.
- raak lichtjes aan
- raakt lichtjes aan
- raakt lichtjes aan
- raken lichtjes aan
- raken lichtjes aan
- raken lichtjes aan
o.v.t.
- raakte lichtjes aan
- raakte lichtjes aan
- raakte lichtjes aan
- raakten lichtjes aan
- raakten lichtjes aan
- raakten lichtjes aan
v.t.t.
- heb lichtjes aangeraakt
- hebt lichtjes aangeraakt
- heeft lichtjes aangeraakt
- hebben lichtjes aangeraakt
- hebben lichtjes aangeraakt
- hebben lichtjes aangeraakt
v.v.t.
- had lichtjes aangeraakt
- had lichtjes aangeraakt
- had lichtjes aangeraakt
- hadden lichtjes aangeraakt
- hadden lichtjes aangeraakt
- hadden lichtjes aangeraakt
o.t.t.t.
- zal lichtjes aanraken
- zult lichtjes aanraken
- zal lichtjes aanraken
- zullen lichtjes aanraken
- zullen lichtjes aanraken
- zullen lichtjes aanraken
o.v.t.t.
- zou lichtjes aanraken
- zou lichtjes aanraken
- zou lichtjes aanraken
- zouden lichtjes aanraken
- zouden lichtjes aanraken
- zouden lichtjes aanraken
en verder
- ben lichtjes aangeraakt
- bent lichtjes aangeraakt
- is lichtjes aangeraakt
- zijn lichtjes aangeraakt
- zijn lichtjes aangraakt
- zijn lichtjes aangeraakt
diversen
- raak lichtjes aan!
- raakt lichtjes aan!
- lichtjes aangeraakt
- lichtjes aanrakend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für lichtjes aanraken:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
streifen | lichtjes aanraken | aanroeren; aanstippen; even aanraken; om zich heen kijken; omzwerven; rondkijken; rondneuzen; rondscharrelen; rondsnuffelen; schampen; strepen; strepen trekken; struinen; waken; wakker blijven; zwerven |