Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. natekenen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für natekenen (Niederländisch) ins Deutsch

natekenen:

natekenen Verb (teken na, tekent na, tekende na, tekenden na, nagetekend)

  1. natekenen
    abzeichnen; nachzeichnen
    • abzeichnen Verb (zeichne ab, zeichnst ab, zeichnt ab, zeichnte ab, zeichntet ab, abgezeichnet)
    • nachzeichnen Verb (zeichne nach, zeichnest nach, zeichnet nach, zeichnete nach, zeichnetet nach, nachgezeichnet)

Konjugationen für natekenen:

o.t.t.
  1. teken na
  2. tekent na
  3. tekent na
  4. tekenen na
  5. tekenen na
  6. tekenen na
o.v.t.
  1. tekende na
  2. tekende na
  3. tekende na
  4. tekenden na
  5. tekenden na
  6. tekenden na
v.t.t.
  1. heb nagetekend
  2. hebt nagetekend
  3. heeft nagetekend
  4. hebben nagetekend
  5. hebben nagetekend
  6. hebben nagetekend
v.v.t.
  1. had nagetekend
  2. had nagetekend
  3. had nagetekend
  4. hadden nagetekend
  5. hadden nagetekend
  6. hadden nagetekend
o.t.t.t.
  1. zal natekenen
  2. zult natekenen
  3. zal natekenen
  4. zullen natekenen
  5. zullen natekenen
  6. zullen natekenen
o.v.t.t.
  1. zou natekenen
  2. zou natekenen
  3. zou natekenen
  4. zouden natekenen
  5. zouden natekenen
  6. zouden natekenen
en verder
  1. ben nagetekend
  2. bent nagetekend
  3. is nagetekend
  4. zijn nagetekend
  5. zijn nagetekend
  6. zijn nagetekend
diversen
  1. teken na!
  2. tekent na!
  3. nagetekend
  4. natekenend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für natekenen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
abzeichnen natekenen aankruisen; merken; ondertekenen; paraferen; signeren; tekenen; uitstippelen; uitzetten
nachzeichnen natekenen

Computerübersetzung von Drittern: