Niederländisch
Detailübersetzungen für niet oppassen (Niederländisch) ins Deutsch
niet oppassen:
-
niet oppassen (zitten suffen)
nicht aufpassen; träumen; wegträumen; tagträumen-
nicht aufpassen Verb
-
wegträumen Verb
-
tagträumen Verb
-
Konjugationen für niet oppassen:
o.t.t.
- pas niet op
- past niet op
- past niet op
- passen niet op
- passen niet op
- passen niet op
o.v.t.
- paste niet op
- paste niet op
- paste niet op
- pasten niet op
- pasten niet op
- pasten niet op
v.t.t.
- heb niet opgepast
- hebt niet opgepast
- heeft niet opgepast
- hebben niet opgepast
- hebben niet opgepast
- hebben niet opgepast
v.v.t.
- had niet opgepast
- had niet opgepast
- had niet opgepast
- hadden niet opgepast
- hadden niet opgepast
- hadden niet opgepast
o.t.t.t.
- zal niet oppassen
- zult niet oppassen
- zal niet oppassen
- zullen niet oppassen
- zullen niet oppassen
- zullen niet oppassen
o.v.t.t.
- zou niet oppassen
- zou niet oppassen
- zou niet oppassen
- zouden niet oppassen
- zouden niet oppassen
- zouden niet oppassen
diversen
- pas niet op!
- past niet op!
- niet opgepast
- niet oppassend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für niet oppassen:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
nicht aufpassen | niet oppassen; zitten suffen | |
tagträumen | niet oppassen; zitten suffen | |
träumen | niet oppassen; zitten suffen | dromen; mijmeren; zich iets onbereikbaars voorstellen |
wegträumen | niet oppassen; zitten suffen |