Niederländisch
Detailübersetzungen für nuchter worden (Niederländisch) ins Deutsch
nuchter worden:
-
nuchter worden (ontnuchteren)
Konjugationen für nuchter worden:
o.t.t.
- word nuchter
- wordt nuchter
- wordt nuchter
- worden nuchter
- worden nuchter
- worden nuchter
o.v.t.
- werd nuchter
- werd nuchter
- werd nuchter
- werden nuchter
- werden nuchter
- werden nuchter
v.t.t.
- ben nuchter geworden
- bent nuchter geworden
- is nuchter geworden
- zijn nuchter geworden
- zijn nuchter geworden
- zijn nuchter geworden
v.v.t.
- was nuchter geworden
- was nuchter geworden
- was nuchter geworden
- waren nuchter geworden
- waren nuchter geworden
- waren nuchter geworden
o.t.t.t.
- zal nuchter worden
- zult nuchter worden
- zal nuchter worden
- zullen nuchter worden
- zullen nuchter worden
- zullen nuchter worden
o.v.t.t.
- zou nuchter worden
- zou nuchter worden
- zou nuchter worden
- zouden nuchter worden
- zouden nuchter worden
- zouden nuchter worden
diversen
- word nuchter!
- wordt nuchter!
- nuchter geworden
- nuchter wordend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für nuchter worden:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
ernüchtern | nuchter worden; ontnuchteren | afvallen; benadelen; duperen; frustreren; laten zakken; ontgoochelen; tegenvallen; teleurstellen |
nüchtern werden | nuchter worden; ontnuchteren |