Niederländisch
Detailübersetzungen für omlaaghalen (Niederländisch) ins Deutsch
omlaaghalen:
-
omlaaghalen (fel bekritiseren; neerhalen)
Konjugationen für omlaaghalen:
o.t.t.
- haal omlaag
- haalt omlaag
- haalt omlaag
- halen omlaag
- halen omlaag
- halen omlaag
o.v.t.
- haalde omlaag
- haalde omlaag
- haalde omlaag
- haalden omlaag
- haalden omlaag
- haalden omlaag
v.t.t.
- ben omlaaggehaald
- bent omlaaggehaald
- is omlaaggehaald
- zijn omlaaggehaald
- zijn omlaaggehaald
- zijn omlaaggehaald
v.v.t.
- was omlaaggehaald
- was omlaaggehaald
- was omlaaggehaald
- waren omlaaggehaald
- waren omlaaggehaald
- waren omlaaggehaald
o.t.t.t.
- zal omlaaghalen
- zult omlaaghalen
- zal omlaaghalen
- zullen omlaaghalen
- zullen omlaaghalen
- zullen omlaaghalen
o.v.t.t.
- zou omlaaghalen
- zou omlaaghalen
- zou omlaaghalen
- zouden omlaaghalen
- zouden omlaaghalen
- zouden omlaaghalen
en verder
- heb omlaaggehaald
- hebt omlaaggehaald
- heeft omlaaggehaald
- hebben omlaaggehaald
- hebben omlaaggehaald
- hebben omlaaggehaald
diversen
- haal omlaag!
- haalt omlaag!
- omlaaggehaald
- omlaaghalend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für omlaaghalen:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
kritisieren | fel bekritiseren; neerhalen; omlaaghalen | afkraken; bekritiseren; beoordelen; goed- of afkeuren; hekelen; katten; kraken; kritiseren; vitten |
tadeln | fel bekritiseren; neerhalen; omlaaghalen | aanrekenen; aanwrijven; afkeuren; berispen; beschuldigen; blameren; gispen; iemand iets aanrekenen; iemand iets verwijten; kwalijk nemen; laken; manen; nadragen; terechtwijzen; vermanen; veroordelen; verwijten; voor de voeten gooien; voorhouden; waarschuwen |