Niederländisch
Detailübersetzungen für ontvangstbewijs (Niederländisch) ins Deutsch
ontvangstbewijs:
-
het ontvangstbewijs (reçu)
der Lieferschein; der Empfangsschein; der Überweisungsschein; der Schein; der Zettel; der Abschnitt; der Kassenbon; der Kassenschein
Übersetzung Matrix für ontvangstbewijs:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
Abschnitt | ontvangstbewijs; reçu | aandeel; afdeling; afmeting; alinea; bon; coupon; coupure; deel; divisie; lap; lid; maat; paragraaf; part; periode; presentatiesectie; sectie; segment; stuk stof; termijn; tijdsbestek; tijdsbestek van een uur; tijdsduur; tijdsruimte; trap; trapje; uur |
Empfangsschein | ontvangstbewijs; reçu | bewijs van ontvangst; bon; kwijting; kwitantie; reçu; stortingsbewijs |
Kassenbon | ontvangstbewijs; reçu | kassabon; kwijting; kwitantie |
Kassenschein | ontvangstbewijs; reçu | bon; coupon; kassabon; kwijting; kwitantie |
Lieferschein | ontvangstbewijs; reçu | pakbon; volgbriefje |
Schein | ontvangstbewijs; reçu | acte; akte; bewijsstuk; bon; coupon; façade; glans; glimp; gloed; schijn; schijnsel; schijnvertoning; straling; vleug; vleugje |
Zettel | ontvangstbewijs; reçu | blaadje; bon; brochure; coupon; fiche; gekreukt papiertje; kladje; pamflet; papiertje; vlugschrift |
Überweisungsschein | ontvangstbewijs; reçu | bon; reçu; stortingsbewijs |