Niederländisch

Detailübersetzungen für onverbiddelijke (Niederländisch) ins Deutsch

onverbiddelijke:

onverbiddelijke Adjektiv

  1. onverbiddelijke (onverbiddelijk; onvermurwbaar)

Übersetzung Matrix für onverbiddelijke:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
gnadenlos onverbiddelijk; onverbiddelijke; onvermurwbaar genadeloos; meedogenloos; onbarmhartig; onbuigzaam; ongenadig; onverbiddelijk; onvermurwbaar
hart onverbiddelijk; onverbiddelijke; onvermurwbaar barbaars; beestachtig; bikkelhard; bitter teleurgesteld; bruut; erg; fel; hard; hardop; heftig; hevig; ijzerhard; inhumaan; keihard; krachtig; luid; massief; meedogenloos; monsterlijk; niet hol; onbeheerst; ondragelijk; onmenselijk; onstuimig; onverdraagbaar; oorverdovend; rakelings; staalhard; steenhard; ternauwernood; verbitterd; wreed
hartherzig onverbiddelijk; onverbiddelijke; onvermurwbaar emotieloos; gevoelloos; hard; hardvochtig; harteloos; liefdeloos; ongevoelig; zielloos
herrisch onverbiddelijk; onverbiddelijke; onvermurwbaar bazig; gestreng; heerszuchtig; niet toegevend; overheersend; streng
herrschsüchtig onverbiddelijk; onverbiddelijke; onvermurwbaar bazig; heerszuchtig; overheersend
rücksichtslos onverbiddelijk; onverbiddelijke; onvermurwbaar hard; hardvochtig; nietsontziend; onbarmhartig; ongenadig
unerbittlich onverbiddelijk; onverbiddelijke; onvermurwbaar onbuigzaam; onverbiddelijk; onvermurwbaar; rigoureus; streng; strikt; stringent
unnachsichtig onverbiddelijk; onverbiddelijke; onvermurwbaar

Verwandte Wörter für "onverbiddelijke":


onverbiddelijke form of onverbiddelijk:


Übersetzung Matrix für onverbiddelijk:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
dickköpfig onbuigzaam; onverbiddelijk; onvermurwbaar bokkig; dikhoofdig; dwars; eigenwijs; eigenzinnig; halsstarrig; hardhoofdig; koppig; obstinaat; onbuigzaam; onverzettelijk; onwillig; onwrikbaar; stijfhoofdig; stijfkoppig; stug; taai; tegendraads; weerbarstig; weerspannig
eigensinnig onbuigzaam; onverbiddelijk; onvermurwbaar bokkig; dwars; eigenwijs; eigenzinnig; hardhoofdig; koppig; obstinaat; onbuigzaam; onverzettelijk; onwillig; stijfhoofdig; stijfkoppig; stug; taai; tegendraads; weerbarstig; weerspannig; zelfstandig
eigenwillig onbuigzaam; onverbiddelijk; onvermurwbaar bokkig; dwars; eigenwijs; eigenzinnig; hardhoofdig; koppig; onbuigzaam; onverzettelijk; onwillig; stijfhoofdig; stijfkoppig; stug; taai; tegendraads; weerbarstig; weerspannig
gnadenlos onbuigzaam; onverbiddelijk; onverbiddelijke; onvermurwbaar genadeloos; meedogenloos; onbarmhartig; ongenadig
hart onverbiddelijk; onverbiddelijke; onvermurwbaar barbaars; beestachtig; bikkelhard; bitter teleurgesteld; bruut; erg; fel; hard; hardop; heftig; hevig; ijzerhard; inhumaan; keihard; krachtig; luid; massief; meedogenloos; monsterlijk; niet hol; onbeheerst; ondragelijk; onmenselijk; onstuimig; onverdraagbaar; oorverdovend; rakelings; staalhard; steenhard; ternauwernood; verbitterd; wreed
hartherzig onverbiddelijk; onverbiddelijke; onvermurwbaar emotieloos; gevoelloos; hard; hardvochtig; harteloos; liefdeloos; ongevoelig; zielloos
herrisch onverbiddelijk; onverbiddelijke; onvermurwbaar bazig; gestreng; heerszuchtig; niet toegevend; overheersend; streng
herrschsüchtig onverbiddelijk; onverbiddelijke; onvermurwbaar bazig; heerszuchtig; overheersend
rücksichtslos onverbiddelijk; onverbiddelijke; onvermurwbaar hard; hardvochtig; nietsontziend; onbarmhartig; ongenadig
starrköpfig onbuigzaam; onverbiddelijk; onvermurwbaar bokkig; dwars; eigenwijs; eigenzinnig; halsstarrig; hardhoofdig; hardleers; houterig; koppig; obstinaat; onbuigzaam; onverzettelijk; onwillig; onwrikbaar; recalcitrant; star; stijf; stijfhoofdig; stijfkoppig; stijve; strak; stram; stroef; stug; taai; tegendraads; verstard; weerbarstig; weerspannig
störrisch onbuigzaam; onverbiddelijk; onvermurwbaar agressief; bokkig; dwars; eigenwijs; eigenzinnig; gewelddadig; hardhoofdig; koppig; onbestuurbaar; onbuigzaam; onhandelbaar; onhanteerbaar; onverzettelijk; onwillig; opstandig; recalcitrant; stijfhoofdig; stijfkoppig; stug; taai; tegendraads; weerbarstig; weerspannig
trotzig onbuigzaam; onverbiddelijk; onvermurwbaar eigenwijs; eigenzinnig; fier; flink; glorieus; groots; hardhoofdig; koppig; onbestuurbaar; onbuigzaam; onverzettelijk; onwillig; opstandig; prat; recalcitrant; stijfhoofdig; stijfkoppig; stug; taai; tegendraads; trots; weerbarstig; weerspannig
unerbittlich onbuigzaam; onverbiddelijk; onverbiddelijke; onvermurwbaar onvermurwbaar; rigoureus; streng; strikt; stringent
unnachsichtig onverbiddelijk; onverbiddelijke; onvermurwbaar
unversöhnlich onbuigzaam; onverbiddelijk; onvermurwbaar

Verwandte Wörter für "onverbiddelijk":


Wiktionary Übersetzungen für onverbiddelijk:

onverbiddelijk
adjective
  1. niet geneigd om zich door smeekbeden tot andere handelwijze te laten bewegen