Übersicht


Niederländisch

Detailübersetzungen für onvoorwaardelijk (Niederländisch) ins Deutsch

onvoorwaardelijk:

onvoorwaardelijk Adjektiv

  1. onvoorwaardelijk (absoluut; zeker; pertinent; )
    unbedingt; absolut

Übersetzung Matrix für onvoorwaardelijk:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
absolut absoluut; onvoorwaardelijk; pertinent; ten enenmale; vast en zeker; vaststaand; volstrekt; zeker absoluut; enenmale; grondig; helemaal; in het geheel; totaal; volkomen
unbedingt absoluut; onvoorwaardelijk; pertinent; ten enenmale; vast en zeker; vaststaand; volstrekt; zeker beslist; feitelijk; geheid; gewis; heus; ongetwijfeld; per se; reëel; stellig; vast; vast en zeker; voorzeker; waarachtig; waarlijk; welzeker; zeker

Verwandte Wörter für "onvoorwaardelijk":

  • onvoorwaardelijkheid, onvoorwaardelijke