Übersicht
Niederländisch nach Deutsch: mehr Daten
- patrouilleren:
-
Wiktionary:
- patrouilleren → patrouillieren
Niederländisch
Detailübersetzungen für patrouilleren (Niederländisch) ins Deutsch
patrouilleren:
-
patrouilleren
patrouillieren; beaufsichtigen; bewachen; auf Streifegehen-
patrouillieren Verb (patrouilliere, patrouillierst, patrouilliert, patrouillierte, patrouilliertet, patrouilliert)
-
beaufsichtigen Verb (beaufsichtige, beaufsichtigst, beaufsichtigt, beaufsichtigte, beaufsichtigtet, beaufsichtigt)
-
auf Streifegehen Verb
-
Konjugationen für patrouilleren:
o.t.t.
- patrouilleer
- patrouilleert
- patrouilleert
- patrouilleren
- patrouilleren
- patrouilleren
o.v.t.
- patrouilleerde
- patrouilleerde
- patrouilleerde
- patrouilleerden
- patrouilleerden
- patrouilleerden
v.t.t.
- heb gepatrouilleerd
- hebt gepatrouilleerd
- heeft gepatrouilleerd
- hebben gepatrouilleerd
- hebben gepatrouilleerd
- hebben gepatrouilleerd
v.v.t.
- had gepatrouilleerd
- had gepatrouilleerd
- had gepatrouilleerd
- hadden gepatrouilleerd
- hadden gepatrouilleerd
- hadden gepatrouilleerd
o.t.t.t.
- zal patrouilleren
- zult patrouilleren
- zal patrouilleren
- zullen patrouilleren
- zullen patrouilleren
- zullen patrouilleren
o.v.t.t.
- zou patrouilleren
- zou patrouilleren
- zou patrouilleren
- zouden patrouilleren
- zouden patrouilleren
- zouden patrouilleren
diversen
- patrouilleer!
- patrouilleert!
- gepatrouilleerd
- patrouillerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
patrouilleren (afzoeken)
Übersetzung Matrix für patrouilleren:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
Absuchen | afzoeken; patrouilleren | afstropen; afzoeken; geheel doorzoeken |
Patroulieren | afzoeken; patrouilleren | |
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
auf Streifegehen | patrouilleren | waken; wakker blijven |
beaufsichtigen | patrouilleren | behoeden; behouden; beschermen; bewaken; in bescherming nemen; surveilleren; toezicht houden; toezien; toezien op; waken; wakker blijven |
bewachen | patrouilleren | bewaken; surveilleren; toezicht houden; toezien; toezien op; waken; wakker blijven |
patrouillieren | patrouilleren | bewaken; surveilleren; toezicht houden; toezien; waken; wakker blijven |
Wiktionary Übersetzungen für patrouilleren:
patrouilleren
verb
patrouilleren
-
verkennen
- patrouilleren → patrouillieren
verb