Niederländisch
Detailübersetzungen für rondroeren (Niederländisch) ins Deutsch
rondroeren:
-
rondroeren
Konjugationen für rondroeren:
o.t.t.
- roer rond
- roert rond
- roert rond
- roeren rond
- roeren rond
- roeren rond
o.v.t.
- roerde rond
- roerde rond
- roerde rond
- roerden rond
- roerden rond
- roerden rond
v.t.t.
- heb rondgeroerd
- hebt rondgeroerd
- heeft rondgeroerd
- hebben rondgeroerd
- hebben rondgeroerd
- hebben rondgeroerd
v.v.t.
- had rondgeroerd
- had rondgeroerd
- had rondgeroerd
- hadden rondgeroerd
- hadden rondgeroerd
- hadden rondgeroerd
o.t.t.t.
- zal rondroeren
- zult rondroeren
- zal rondroeren
- zullen rondroeren
- zullen rondroeren
- zullen rondroeren
o.v.t.t.
- zou rondroeren
- zou rondroeren
- zou rondroeren
- zouden rondroeren
- zouden rondroeren
- zouden rondroeren
en verder
- is rondgeroerd
- zijn rondgeroerd
diversen
- roer rond!
- roert rond!
- rondgeroerd
- rondroerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für rondroeren:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
rühren | rondroeren | aangaan; aangrijpen; beroeren; betreffen; bewegen; beïnvloeden; iemand raken; iemand treffen; in beweging brengen; mixen; ontroeren; raken; roeren; treffen; verroeren; vertederen; zich bewegen |