Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. schoorvoetend:


Niederländisch

Detailübersetzungen für schoorvoetend (Niederländisch) ins Deutsch

schoorvoetend:

schoorvoetend Adjektiv

  1. schoorvoetend (aarzelend; weifelend; halfslachtig; wankelmoedig)

Übersetzung Matrix für schoorvoetend:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
zögern aarzelen; blijven; blijven hangen; dralen; drentelen; dubben; niet veranderen; rekken; talmen; temporiseren; teuten; treuzelen; twijfelen; vertragen; weifelen
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
schwankend aarzelend; halfslachtig; schoorvoetend; wankelmoedig; weifelend fluctuerend; geestelijk onstabiel; halfslachtig; heen en weer bewegend; labiel; los; onstandvastig; onvast; rank; schommelend; twijfelmoedig; variërend; waggelend; wankel; wankelbaar; wankelend; wankelmoedig; wisselend; wisselvallig
unbeständig aarzelend; halfslachtig; schoorvoetend; wankelmoedig; weifelend buiig; geestelijk onstabiel; grillig; halfslachtig; inconsistent; labiel; los; nukkig; onberekenbaar; onbestendig; ongedurig; onstabiel; onstandvastig; onvast; onvoorspelbaar; rank; twijfelmoedig; variërend; veranderlijk; wankel; wankelbaar; wankelend; wankelmoedig; wispelturig; wisselend; wisselvallig
unentschlossen aarzelend; halfslachtig; schoorvoetend; wankelmoedig; weifelend aarzelend; besluiteloos; besluitloos; dralend; halfslachtig; inconsistent; langzaam; leuterig; onbeslist; onstandvastig; onuitgemaakt; slepend; talmend; traag; treuzelachtig; treuzelend; twijfelmoedig; veranderlijk; wankelmoedig; weifelachtig; weifelend
unschlüssig aarzelend; halfslachtig; schoorvoetend; wankelmoedig; weifelend aarzelend; besluiteloos; besluitloos; dralend; halfslachtig; langzaam; leuterig; onbeslist; onstandvastig; onuitgemaakt; slepend; talmend; traag; treuzelachtig; treuzelend; twijfelmoedig; wankelmoedig; weifelachtig; weifelend
wankelmütig aarzelend; halfslachtig; schoorvoetend; wankelmoedig; weifelend aarzelend; besluiteloos; halfslachtig; los; onstandvastig; onvast; rank; twijfelmoedig; wankel; wankelbaar; wankelend; wankelmoedig; weifelachtig; weifelend
zögern aarzelend; halfslachtig; schoorvoetend; wankelmoedig; weifelend

Verwandte Wörter für "schoorvoetend":

  • schoorvoetende