Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Deutsch ->übersetze sluitbomen

übersetze sluitbomen von Niederländische ins Deutsch

Übersicht

Niederländisch nach Deutsch: mehr Daten

sluitbomen:
- Schlagbäume; Sperrbäume
sluitboom:
- Schlagbaum; Schranke; Sperrbaum; Sperre; Sperrung; Absperrung

Niederländisch

Detailübersetzungen für sluitbomen (Niederländisch) ins Deutsch

sluitbomen:

sluitbomen [de ~] Nomen, Plural

de sluitbomen (afsluitbomen; slagbomen)
die Schlagbäume; die Sperrbäume
- Schlagbäume [die ~] Nomen
- Sperrbäume [die ~] Nomen

Übersetzung Matrix für sluitbomen:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
Schlagbäume	afsluitbomen; slagbomen; sluitbomen	grendels
Sperrbäume	afsluitbomen; slagbomen; sluitbomen	grendels

Verwandte Wörter für "sluitbomen":

sluitboom

sluitboom:

sluitboom [de ~ (m)] Nomen

de sluitboom (afsluitboom; slagboom)
der Schlagbaum; die Schranke; der Sperrbaum; die Sperre; die Sperrung; die Absperrung
- Schlagbaum [der ~] Nomen
- Schranke [die ~] Nomen
- Sperrbaum [der ~] Nomen
- Sperre [die ~] Nomen
- Sperrung [die ~] Nomen
- Absperrung [die ~] Nomen

Übersetzung Matrix für sluitboom:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
Absperrung	afsluitboom; slagboom; sluitboom	barricaderering; blokkade
Schlagbaum	afsluitboom; slagboom; sluitboom
Schranke	afsluitboom; slagboom; sluitboom	bloemperk; omgrensde ruimte; perk; spoorboom
Sperrbaum	afsluitboom; slagboom; sluitboom
Sperre	afsluitboom; slagboom; sluitboom	afsluiting; barricade; barricaderering; blokkade; embargo; roadblock; versperring; wegversperring
Sperrung	afsluitboom; slagboom; sluitboom	afsluiting; barricade; blokkade; intrekking; roadblock; stagnatie; stilstand; stremming; vastlopen; verbod; versperring; wegversperring

Verwandte Wörter für "sluitboom":

sluitbomen