Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. sterker maken:


Niederländisch

Detailübersetzungen für sterker maken (Niederländisch) ins Deutsch

sterker maken:

sterker maken Verb (maak sterker, maakt sterker, maakte sterker, maakten sterker, sterker gemaakt)

  1. sterker maken
    verstärken
    • verstärken Verb (verstärke, verstärkst, verstärkt, verstärkte, verstärktet, verstärkt)

Konjugationen für sterker maken:

o.t.t.
  1. maak sterker
  2. maakt sterker
  3. maakt sterker
  4. maken sterker
  5. maken sterker
  6. maken sterker
o.v.t.
  1. maakte sterker
  2. maakte sterker
  3. maakte sterker
  4. maakten sterker
  5. maakten sterker
  6. maakten sterker
v.t.t.
  1. heb sterker gemaakt
  2. hebt sterker gemaakt
  3. heeft sterker gemaakt
  4. hebben sterker gemaakt
  5. hebben sterker gemaakt
  6. hebben sterker gemaakt
v.v.t.
  1. had sterker gemaakt
  2. had sterker gemaakt
  3. had sterker gemaakt
  4. hadden sterker gemaakt
  5. hadden sterker gemaakt
  6. hadden sterker gemaakt
o.t.t.t.
  1. zal sterker maken
  2. zult sterker maken
  3. zal sterker maken
  4. zullen sterker maken
  5. zullen sterker maken
  6. zullen sterker maken
o.v.t.t.
  1. zou sterker maken
  2. zou sterker maken
  3. zou sterker maken
  4. zouden sterker maken
  5. zouden sterker maken
  6. zouden sterker maken
en verder
  1. ben sterker gemaakt
  2. bent sterker gemaakt
  3. is sterker gemaakt
  4. zijn sterker gemaakt
  5. zijn sterker gemaakt
  6. zijn sterker gemaakt
diversen
  1. maak sterker!
  2. maakt sterker!
  3. sterker gemaakt
  4. sterker makend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für sterker maken:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
verstärken sterker maken aanscherpen; bezwaren; consolideren; gewicht toevoegen; intensiveren; sterken; sterker worden; toespitsen; verhevigen; versterken; verstevigen; verzwaren; zwaarder maken

Verwandte Übersetzungen für sterker maken