Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. strijden tegen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für strijden tegen (Niederländisch) ins Deutsch

strijden tegen:

strijden tegen Verb (strijd tegen, strijdt tegen, streed tegen, streden tegen, gestreden tegen)

  1. strijden tegen (vechten tegen)
    ankämpfen
    • ankämpfen Verb (kämpfe an, kämpfst an, kämpft an, kämpfte an, kämpftet an, angekämpft)

Konjugationen für strijden tegen:

o.t.t.
  1. strijd tegen
  2. strijdt tegen
  3. strijdt tegen
  4. strijden tegen
  5. strijden tegen
  6. strijden tegen
o.v.t.
  1. streed tegen
  2. streed tegen
  3. streed tegen
  4. streden tegen
  5. streden tegen
  6. streden tegen
v.t.t.
  1. heb gestreden tegen
  2. hebt gestreden tegen
  3. heeft gestreden tegen
  4. hebben gestreden tegen
  5. hebben gestreden tegen
  6. hebben gestreden tegen
v.v.t.
  1. had gestreden tegen
  2. had gestreden tegen
  3. had gestreden tegen
  4. hadden gestreden tegen
  5. hadden gestreden tegen
  6. hadden gestreden tegen
o.t.t.t.
  1. zal strijden tegen
  2. zult strijden tegen
  3. zal strijden tegen
  4. zullen strijden tegen
  5. zullen strijden tegen
  6. zullen strijden tegen
o.v.t.t.
  1. zou strijden tegen
  2. zou strijden tegen
  3. zou strijden tegen
  4. zouden strijden tegen
  5. zouden strijden tegen
  6. zouden strijden tegen
en verder
  1. ben gestreden tegen
  2. bent gestreden tegen
  3. is gestreden tegen
  4. zijn gestreden tegen
  5. zijn gestreden tegen
  6. zijn gestreden tegen
diversen
  1. strijd tegen!
  2. strijdt tegen!
  3. gestreden tegen
  4. strijdend tegen
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für strijden tegen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
ankämpfen strijden tegen; vechten tegen opboksen

Verwandte Übersetzungen für strijden tegen