Niederländisch
Detailübersetzungen für stukvallen (Niederländisch) ins Deutsch
stukvallen:
-
stukvallen (aan stukken vallen)
Konjugationen für stukvallen:
o.t.t.
- val stuk
- valt stuk
- valt stuk
- vallen stuk
- vallen stuk
- vallen stuk
o.v.t.
- viel stuk
- viel stuk
- viel stuk
- vielen stuk
- vielen stuk
- vielen stuk
v.t.t.
- ben stukgevallen
- bent stukgevallen
- is stukgevallen
- zijn stukgevallen
- zijn stukgevallen
- zijn stukgevallen
v.v.t.
- was stukgevallen
- was stukgevallen
- was stukgevallen
- waren stukgevallen
- waren stukgevallen
- waren stukgevallen
o.t.t.t.
- zal stukvallen
- zult stukvallen
- zal stukvallen
- zullen stukvallen
- zullen stukvallen
- zullen stukvallen
o.v.t.t.
- zou stukvallen
- zou stukvallen
- zou stukvallen
- zouden stukvallen
- zouden stukvallen
- zouden stukvallen
diversen
- val stuk!
- valt stuk!
- stukgevallen
- stukvallend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für stukvallen:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
entzweigehen | aan stukken vallen; stukvallen | |
zerfallen | aan stukken vallen; stukvallen | achteruitgaan; bezwijken; bouwvallig worden; desintegreren; instorten; tenondergaan; teruggaan; uit elkaar vallen; uiteenvallen; vergaan; verrotten; verteren; vervallen; wegrotten; zinken |