Niederländisch
Detailübersetzungen für uithuilden (Niederländisch) ins Deutsch
uithuilen:
-
uithuilen
sich ausweinen; sich ausheulen-
sich ausweinen Verb (weine mich aus, weinst dich aus, weint sich aus, weinte sich aus, weintet euch aus, sich ausgeweint)
-
sich ausheulen Verb (heule mich aus, heulst dich aus, heult sich aus, heulte sich aus, heultet euch aus, sich ausgeheult)
-
Konjugationen für uithuilen:
o.t.t.
- huil uit
- huilt uit
- huilt uit
- huilen uit
- huilen uit
- huilen uit
o.v.t.
- huilde uit
- huilde uit
- huilde uit
- huilden uit
- huilden uit
- huilden uit
v.t.t.
- heb uitgehuild
- hebt uitgehuild
- heeft uitgehuild
- hebben uitgehuild
- hebben uitgehuild
- hebben uitgehuild
v.v.t.
- had uitgehuild
- had uitgehuild
- had uitgehuild
- hadden uitgehuild
- hadden uitgehuild
- hadden uitgehuild
o.t.t.t.
- zal uithuilen
- zult uithuilen
- zal uithuilen
- zullen uithuilen
- zullen uithuilen
- zullen uithuilen
o.v.t.t.
- zou uithuilen
- zou uithuilen
- zou uithuilen
- zouden uithuilen
- zouden uithuilen
- zouden uithuilen
en verder
- ben uitgehuild
- bent uitgehuild
- is uitgehuild
- zijn uitgehuild
- zijn uitgehuild
- zijn uitgehuild
diversen
- huil uit!
- huilt uit!
- uitgehuild
- uithuilend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für uithuilen:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
sich ausheulen | uithuilen | |
sich ausweinen | uithuilen |
Computerübersetzung von Drittern: