Niederländisch
Detailübersetzungen für vermommen (Niederländisch) ins Deutsch
vermommen:
-
vermommen (verkleden)
Konjugationen für vermommen:
o.t.t.
- vermom
- vermomt
- vermomt
- vermommen
- vermommen
- vermommen
o.v.t.
- vermomde
- vermomde
- vermomde
- vermomden
- vermomden
- vermomden
v.t.t.
- heb vermomd
- hebt vermomd
- heeft vermomd
- hebben vermomd
- hebben vermomd
- hebben vermomd
v.v.t.
- had vermomd
- had vermomd
- had vermomd
- hadden vermomd
- hadden vermomd
- hadden vermomd
o.t.t.t.
- zal vermommen
- zult vermommen
- zal vermommen
- zullen vermommen
- zullen vermommen
- zullen vermommen
o.v.t.t.
- zou vermommen
- zou vermommen
- zou vermommen
- zouden vermommen
- zouden vermommen
- zouden vermommen
diversen
- vermom!
- vermomt!
- vermomd
- vermommend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für vermommen:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
tarnen | verkleden; vermommen | achterhouden; camoufleren; in omgeving op laten gaan; verbergen; verduisteren; verheimelijken; verstoppen; wegstoppen |
umkleiden | verkleden; vermommen | andere kleren aantrekken; omkleden; verkleden |
verkleiden | verkleden; vermommen | andere kleren aantrekken; bedekken; bekleden; betimmeren; omkleden; overtrekken; verkleden |
vermummen | verkleden; vermommen | |
- | verkleden |