Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. weghouden:


Niederländisch

Detailübersetzungen für weghouden (Niederländisch) ins Deutsch

weghouden:

weghouden Verb (houd weg, houdt weg, hield weg, hielden weg, weggehouden)

  1. weghouden
    fernhalten
    • fernhalten Verb (halte fern, hältst fern, hält fern, hielt fern, hieltet fern, ferngehalten)

Konjugationen für weghouden:

o.t.t.
  1. houd weg
  2. houdt weg
  3. houdt weg
  4. houden weg
  5. houden weg
  6. houden weg
o.v.t.
  1. hield weg
  2. hield weg
  3. hield weg
  4. hielden weg
  5. hielden weg
  6. hielden weg
v.t.t.
  1. heb weggehouden
  2. hebt weggehouden
  3. heeft weggehouden
  4. hebben weggehouden
  5. hebben weggehouden
  6. hebben weggehouden
v.v.t.
  1. had weggehouden
  2. had weggehouden
  3. had weggehouden
  4. hadden weggehouden
  5. hadden weggehouden
  6. hadden weggehouden
o.t.t.t.
  1. zal weghouden
  2. zult weghouden
  3. zal weghouden
  4. zullen weghouden
  5. zullen weghouden
  6. zullen weghouden
o.v.t.t.
  1. zou weghouden
  2. zou weghouden
  3. zou weghouden
  4. zouden weghouden
  5. zouden weghouden
  6. zouden weghouden
diversen
  1. houd weg!
  2. houdt weg!
  3. weggehouden
  4. weghoudend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für weghouden:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
fernhalten weghouden