Niederländisch
Detailübersetzungen für keuren (Niederländisch) ins Englisch
keuren:
-
keuren (beproeven; onderzoeken; testen)
-
keuren (examineren; controleren; inspecteren; schouwen)
-
keuren (proeven; proberen)
-
keuren (monsters nemen; monsteren)
Konjugationen für keuren:
o.t.t.
- keur
- keurt
- keurt
- keuren
- keuren
- keuren
o.v.t.
- keurde
- keurde
- keurde
- keurden
- keurden
- keurden
v.t.t.
- heb gekeurd
- hebt gekeurd
- heeft gekeurd
- hebben gekeurd
- hebben gekeurd
- hebben gekeurd
v.v.t.
- had gekeurd
- had gekeurd
- had gekeurd
- hadden gekeurd
- hadden gekeurd
- hadden gekeurd
o.t.t.t.
- zal keuren
- zult keuren
- zal keuren
- zullen keuren
- zullen keuren
- zullen keuren
o.v.t.t.
- zou keuren
- zou keuren
- zou keuren
- zouden keuren
- zouden keuren
- zouden keuren
en verder
- ben gekeurd
- bent gekeurd
- is gekeurd
- zijn gekeurd
- zijn gekeurd
- zijn gekeurd
diversen
- keur!
- keurt!
- gekeurd
- keurend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
het keuren (medische keuring)
Übersetzung Matrix für keuren:
Verwandte Wörter für "keuren":
Wiktionary Übersetzungen für keuren:
keuren
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• keuren | → examine | ↔ prüfen — (transitiv) feststellen, inwiefern einer Bedingung genügt wird |
• keuren | → censor | ↔ censurer — Traductions à trier suivant le sens |
• keuren | → criticize; censure; knock | ↔ critiquer — péjoratif|fr Faire des reproches, faire ressortir uniquement les défauts. |
• keuren | → take; regain | ↔ reprendre — Prendre de nouveau. (Sens général) |