Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. verstouwen:
  2. Wiktionary:
    • verstouwen → stow


Niederländisch

Detailübersetzungen für verstouwen (Niederländisch) ins Englisch

verstouwen:

verstouwen Verb (verstouw, verstouwt, verstouwde, verstouwden, verstouwen)

  1. verstouwen (verstuwen)
    to bear; to take
    • bear Verb (bears, bearing)
    • take Verb (takes, took, taking)

Konjugationen für verstouwen:

o.t.t.
  1. verstouw
  2. verstouwt
  3. verstouwt
  4. verstouwen
  5. verstouwen
  6. verstouwen
o.v.t.
  1. verstouwde
  2. verstouwde
  3. verstouwde
  4. verstouwden
  5. verstouwden
  6. verstouwden
v.t.t.
  1. heb verstouwen
  2. hebt verstouwen
  3. heeft verstouwen
  4. hebben verstouwen
  5. hebben verstouwen
  6. hebben verstouwen
v.v.t.
  1. had verstouwen
  2. had verstouwen
  3. had verstouwen
  4. hadden verstouwen
  5. hadden verstouwen
  6. hadden verstouwen
o.t.t.t.
  1. zal verstouwen
  2. zult verstouwen
  3. zal verstouwen
  4. zullen verstouwen
  5. zullen verstouwen
  6. zullen verstouwen
o.v.t.t.
  1. zou verstouwen
  2. zou verstouwen
  3. zou verstouwen
  4. zouden verstouwen
  5. zouden verstouwen
  6. zouden verstouwen
diversen
  1. verstouw!
  2. verstouwt!
  3. verstouwen
  4. verstouwend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für verstouwen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
bear beer
take baat; gewin; profijt; winst
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
bear verstouwen; verstuwen doorleven; doorstaan; dragen; dulden; gebukt gaan onder; harden; iets verduren; incasseren; opvangen; torsen; uithouden; uitzingen; velen; verdragen; verduren; verteren; volhouden
take verstouwen; verstuwen aangrijpen; aannemen; aanpakken; aanvaarden; aanwenden; accepteren; achteroverdrukken; afhalen; afnemen; benemen; benutten; bezetten; bezigen; cadeau aannemen; gappen; gebruik maken van; gebruiken; grijpen; hanteren; ingrijpen; innemen; inpikken; jatten; kapen; leegstelen; medicijn innemen; meenemen; naartoe brengen; nemen; ontfutselen; ontnemen; ontvreemden; ophalen; pakken; pikken; plunderen; roven; snaaien; stelen; toegrijpen; toepassen; toetasten; toeëigenen; utiliseren; verdonkeremanen; verdonkeren; verduisteren; vervreemden; weghalen; wegkapen; wegnemen; wegpakken; wegpikken; zich bedienen

Wiktionary Übersetzungen für verstouwen:


Cross Translation:
FromToVia
verstouwen stow arrimer — marine|fr distribuer, arranger convenablement et placer avec solidité à l’intérieur d’un bâtiment les divers objets qui composer sa charge, sa cargaison.