Zetelen: niederländische und englische Suchergebnisse gefunden im Interglot Wörterbuch

Remove Ads

Übersicht

Niederländisch nach Englisch: mehr Daten

zetelen:
- reside; be established; have one's seat
zetel:
- seat; bench; chair; front bench; work-bench; stool; arm chair; reclining chair; easy chair; throne; head office
Wiktionary:
- zetelen → reside, sit enthroned, be enthroned, sit
- zetel → seat, chair, sofa
- zetel → chair, seat, location, spot, field, site, venue, place, village, town, abode, whereabouts, accommodation

Niederländisch

Detailübersetzungen für zetelen (Niederländisch) ins Englisch

zetelen:

zetelen Verb (zetel, zetelt, zetelde, zetelden, gezeteld)

zetelen (gevestigd zijn; resideren; gezeten zijn)
to reside; to be established; to have one's seat
- reside Verb (resides, resided, residing)
- be established Verb (is established, being established)
- have one's seat Verb (has one's seat, had one's seat, having one's seat)

Konjugationen für zetelen:

o.t.t.

zetel
zetelt
zetelt
zetelen
zetelen
zetelen

o.v.t.

zetelde
zetelde
zetelde
zetelden
zetelden
zetelden

v.t.t.

heb gezeteld
hebt gezeteld
heeft gezeteld
hebben gezeteld
hebben gezeteld
hebben gezeteld

v.v.t.

had gezeteld
had gezeteld
had gezeteld
hadden gezeteld
hadden gezeteld
hadden gezeteld

o.t.t.t.

zal zetelen
zult zetelen
zal zetelen
zullen zetelen
zullen zetelen
zullen zetelen

o.v.t.t.

zou zetelen
zou zetelen
zou zetelen
zouden zetelen
zouden zetelen
zouden zetelen

diversen

zetel!
zetelt!
gezeteld
zetelend

1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für zetelen:

Verb	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
be established	gevestigd zijn; gezeten zijn; resideren; zetelen	leven; logeren; resideren; verblijven; wonen
have one's seat	gevestigd zijn; gezeten zijn; resideren; zetelen	leven; logeren; resideren; verblijven; wonen
reside	gevestigd zijn; gezeten zijn; resideren; zetelen	bewonen; leven; logeren; resideren; uithangen; verblijfplaats hebben; verblijven; wonen; zich bevinden; zijn

Wiktionary Übersetzungen für zetelen:

Cross Translation:

From	To	Via
• zetelen	→ reside	↔ residieren — von regierenden Fürsten, geistlichen Würdenträgern oder ähnlich hochgestellten Personen: einen Ort als Wohnsitz und Amtssitz haben
• zetelen	→ sit enthroned; be enthroned	↔ thronen — (intransitiv) auf einem Thron sitzen, als Monarch regieren
• zetelen	→ sit	↔ seoir — S’asseoir , s’installer

zetelen form of zetel:

zetel [de ~ (m)] Nomen

de zetel (zitplaats)
the seat; the bench; the chair; the front bench; the work-bench
- seat [the ~] Nomen
- bench [the ~] Nomen
- chair [the ~] Nomen
- front bench [the ~] Nomen
- work-bench [the ~] Nomen
de zetel (stoel; crapaud; gestoelte)
the chair; the stool; the arm chair; the reclining chair; the easy chair
- chair [the ~] Nomen
- stool [the ~] Nomen
- arm chair [the ~] Nomen
- reclining chair [the ~] Nomen
- easy chair [the ~] Nomen
de zetel (troon; gestoelte)
the throne
- throne [the ~] Nomen
de zetel
the head office
- head office [the ~] Nomen

Übersetzung Matrix für zetel:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
arm chair	crapaud; gestoelte; stoel; zetel	fauteuil; luie stoel; makkelijke stoel
bench	zetel; zitplaats	bank; rechtscollege; zitbank; zitplaats
chair	crapaud; gestoelte; stoel; zetel; zitplaats	leerstoel; voorzitter
easy chair	crapaud; gestoelte; stoel; zetel	leunstoel
front bench	zetel; zitplaats	voorbank
head office	zetel	centrale; hoofdbureau
reclining chair	crapaud; gestoelte; stoel; zetel
seat	zetel; zitplaats	bank; bril; comfort; ruiter; voorbank; zit; zitbank; zitplaats
stool	crapaud; gestoelte; stoel; zetel	beer; excrementen; fecaliën; feces; kruk; krukje; pianokrukje; poef; taboeret; uitscheiding; uitwerpselen
throne	gestoelte; troon; zetel
work-bench	zetel; zitplaats	werkbank

Wiktionary Übersetzungen für zetel:

zetel

noun

zitplaats, meestal in een verheven zin van dat woord
- zetel → seat
lidmaatschap van een raad of vergadering, meestal met een beperkt aantal leden
- zetel → seat
plaats waar een organisatie gevestigd is
- zetel → seat

zetel

noun

furniture
- chair → stoel; zetel
horizontal portion of a chair
- seat → zetel
membership in a representative body
- seat → zetel
location of a governing body
- seat → zetel
upholstered seat
- sofa → zetel

Cross Translation:

From	To	Via
• zetel	→ chair; seat	↔ chaise — Siège avec dossier, sans accoudoir
• zetel	→ location; spot; field; site; venue	↔ endroit — partie bien déterminée d’un espace, d’une chose ou d’un corps.
• zetel	→ place; location; spot; field; site; venue	↔ lieu — portion de l’espace, soit prise en elle-même, soit considérée par rapport à ce qui l’occuper.
• zetel	→ village; town; abode; whereabouts; accommodation; location; place; spot; field; site; venue	↔ localité — lieu habité.
• zetel	→ place	↔ place — lieu, endroit, espace qu’occuper ou que peut occuper une personne, une chose.
• zetel	→ seat	↔ siège — Meuble utilisé pour s’asseoir

Remove Ads

Niederländische und englische Suchergebnisse für: zetelen

Detailübersetzungen für zetelen (Niederländisch) ins Englisch

zetelen:

zetelen Verb (zetel, zetelt, zetelde, zetelden, gezeteld)

zetelen (gevestigd zijn; resideren; gezeten zijn)

Konjugationen für zetelen:

o.t.t.

o.v.t.

v.t.t.

v.v.t.

o.t.t.t.

o.v.t.t.

diversen

Übersetzung Matrix für zetelen:

Verwandte Wörter für "zetelen":

Wiktionary Übersetzungen für zetelen:

zetelen form of zetel:

zetel [de ~ (m)] Nomen

de zetel (zitplaats)

de zetel (stoel; crapaud; gestoelte)

de zetel (troon; gestoelte)

de zetel

Übersetzung Matrix für zetel:

Verwandte Wörter für "zetel":

Wiktionary Übersetzungen für zetel: