Übersicht
Niederländisch nach Englisch: mehr Daten
- bijzonderheden:
- bijzonderheid:
-
Wiktionary:
- bijzonderheden → particulars
- bijzonderheid → singularity
- bijzonderheid → detail, retail, singularity
Niederländisch
Detailübersetzungen für bijzonderheden (Niederländisch) ins Englisch
bijzonderheden:
-
de bijzonderheden (details)
Übersetzung Matrix für bijzonderheden:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
details | bijzonderheden; details | |
small affairs | bijzonderheden; details | akkefietjes; bagatellen; kleinigheden |
small matters | bijzonderheden; details | akkefietjes; bagatellen; kleinigheden |
small things | bijzonderheden; details | akkefietjes; bagatellen; dingetjes; futiliteiten; kleine dingen; kleinigheden; kleinigheidjes |
trifles | bijzonderheden; details | akkefietjes; bagatellen; kleinigheden |
Verwandte Wörter für "bijzonderheden":
Wiktionary Übersetzungen für bijzonderheden:
bijzonderheden
plural
bijzonderheden form of bijzonderheid:
-
de bijzonderheid (detail)
Übersetzung Matrix für bijzonderheid:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
detail | bijzonderheid; detail | akkefietje; bagatel; bijzaak; kleinigheid |
particular | bijzonderheid; detail | |
peculiarity | bijzonderheid; detail | bijzondere geaardheid; eigenaardigheid; hebbelijkheid; merkwaardigheid; vreemdheid; vreemdsoortigheid |
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
detail | detailleren; specificeren | |
Adjective | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
particular | afzonderlijk; apart; bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; excessief; extreem; heel erg; hogelijk; separaat; ten zeerste; uitermate; uiterst; zeer |
Verwandte Wörter für "bijzonderheid":
Wiktionary Übersetzungen für bijzonderheid:
bijzonderheid
Cross Translation:
noun
-
peculiar state or occurrence
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• bijzonderheid | → detail; retail | ↔ détail — chacun des parties qui concourent à la composition et à la formation d’un ensemble. |
• bijzonderheid | → singularity | ↔ singularité — Caractère singulier |