Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. genadeloos:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für genadeloosheid (Niederländisch) ins Englisch

genadeloos:

genadeloos Adjektiv

  1. genadeloos (meedogenloos; ongenadig; onbarmhartig)
    ruthless; merciless; heartless; pitiless

Übersetzung Matrix für genadeloos:

AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
heartless genadeloos; meedogenloos; onbarmhartig; ongenadig emotieloos; gevoelloos; hard; hardvochtig; harteloos; liefdeloos; onbarmhartig; ongenadig; ongevoelig; zielloos
merciless genadeloos; meedogenloos; onbarmhartig; ongenadig hard; hardvochtig; onbarmhartig; ongenadig
pitiless genadeloos; meedogenloos; onbarmhartig; ongenadig hard; hardvochtig; onbarmhartig; ongenadig
ruthless genadeloos; meedogenloos; onbarmhartig; ongenadig hard; hardvochtig; meedogeloos; meedogenloos; onbarmhartig; ongenadig; wreed

Verwandte Wörter für "genadeloos":

  • genadeloosheid

Wiktionary Übersetzungen für genadeloos:

genadeloos
adjective
  1. showing no mercy; cruel and pitiless
  2. merciless


Wiktionary Übersetzungen für genadeloosheid:

genadeloosheid
noun
  1. the property of being merciless