Übersicht
Niederländisch nach Englisch: mehr Daten
- tevredenheid:
- tevreden:
-
Wiktionary:
- tevredenheid → satisfaction
- tevredenheid → satisfaction
- tevreden → content, happy, fain, satisfied
- tevreden → satisfied
Niederländisch
Detailübersetzungen für tevredenheid (Niederländisch) ins Englisch
tevredenheid:
-
de tevredenheid (genoegzaamheid)
-
de tevredenheid (content; genoegen)
Übersetzung Matrix für tevredenheid:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
be satisfied with | content; genoegen; tevredenheid | |
contentment | genoegzaamheid; tevredenheid | schik; vergenoegdheid |
satisfaction | genoegzaamheid; tevredenheid | bevrediging; ingenomenheid; satisfactie; schik; tevredenstelling; vergenoegdheid; voldaanheid; voldoening; welgevallen |
Verwandte Wörter für "tevredenheid":
Wiktionary Übersetzungen für tevredenheid:
tevredenheid
Cross Translation:
noun
-
het gevoel genoeg te hebben en voldaan te zijn
- tevredenheid → satisfaction
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• tevredenheid | → satisfaction | ↔ Zufriedenheit — das froh mit einer Situation oder einem Umstand |
• tevredenheid | → satisfaction | ↔ contentement — État de celui qui est content, satisfait. |
tevredenheid form of tevreden:
-
tevreden (voldaan; bevredigd; vergenoegd; verzadigd; genoeg)
satisfied; fullfilled; satiated; contented-
satisfied Adjektiv
-
fullfilled Adjektiv
-
satiated Adjektiv
-
contented Adjektiv
-
-
tevreden (gelukkig; voldaan; vergenoegd)
Übersetzung Matrix für tevreden:
Adjective | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
contented | bevredigd; gelukkig; genoeg; tevreden; vergenoegd; verzadigd; voldaan | |
satiated | bevredigd; genoeg; tevreden; vergenoegd; verzadigd; voldaan | oververzadigd |
satisfied | bevredigd; genoeg; tevreden; vergenoegd; verzadigd; voldaan | blij; blijgestemd; blijmoedig; opgetogen; opgewekt; verblijd; verheugd; verzadigd; vol; volgegeten; vrolijk |
- | content | |
Modifier | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
fullfilled | bevredigd; genoeg; tevreden; vergenoegd; verzadigd; voldaan |