Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. angst hebben:


Niederländisch

Detailübersetzungen für angst hebben (Niederländisch) ins Englisch

angst hebben:

angst hebben Verb (heb angst, had angst, hadden angst, angst gehad)

  1. angst hebben
    to fear; to dread; to be afraid of
    • fear Verb (fears, feared, fearing)
    • dread Verb (dreads, dreaded, dreading)
    • be afraid of Verb (is afraid of, being afraid of)

Konjugationen für angst hebben:

o.t.t.
  1. heb angst
  2. heb angst
  3. heb angst
  4. hebben angst
  5. hebben angst
  6. heben angst
o.v.t.
  1. had angst
  2. had angst
  3. had angst
  4. hadden angst
  5. hadden angst
  6. hadden angst
v.t.t.
  1. heb angst gehad
  2. hebt angst gehad
  3. heeft angst gehad
  4. hebben angst gehad
  5. hebben angst gehad
  6. hebben angst gehad
v.v.t.
  1. had angst gehad
  2. had angst gehad
  3. had angst gehad
  4. hadden angst gehad
  5. hadden angst gehad
  6. hadden angst gehad
o.t.t.t.
  1. zal angst hebben
  2. zult angst hebben
  3. zal angst hebben
  4. zullen angst hebben
  5. zullen angst hebben
  6. zullen angst hebben
o.v.t.t.
  1. zou angst hebben
  2. zou angst hebben
  3. zou angst hebben
  4. zouden angst hebben
  5. zouden angst hebben
  6. zouden angst hebben
diversen
  1. heb angst!
  2. angst gehad
  3. angst hebbende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für angst hebben:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
dread bevreesdheid
fear angst; bangheid; bevreesdheid; schichtigheid; vrees
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
be afraid of angst hebben bang zijn; beducht zijn; duchten; vrees koesteren; vrezen
dread angst hebben bang zijn; beducht zijn; bezorgd wezen; ertegen opzien; in zorg zijn; schromen; tegen iets opkijken; vrees koesteren; vrezen
fear angst hebben bang zijn; beducht zijn; bezorgd wezen; ertegen opzien; in zorg zijn; tegen iets opkijken; vrees koesteren; vrezen
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
fear angstig; bang; bevreesd; bezorgd; in angst; ongerust; verontrust; verschrikt; vreesachtig

Verwandte Übersetzungen für angst hebben