Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. apparatuur:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für apparatuur (Niederländisch) ins Englisch

apparatuur:

apparatuur [de ~ (v)] Nomen

  1. de apparatuur
    the equipment; the device
  2. de apparatuur
    the equipment
    – The tools or assets used to perform a service activity. 1

Übersetzung Matrix für apparatuur:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
device apparatuur apparaat; devies; kenspreuk; machine; mechanisme; mobiele telefoon; motto; toestel; zinspreuk
equipment apparatuur benodigde; gereedschap; gereedschappen; gerei; handgereedschap; handwerktuig; instrument; instrumenten; monstering; outfit; outillage; toerusting; uitmonstering; uitrusting; uitrustingsstuk; uitrustingsstukken; uitzet; versiering; werktuig; werktuigen

Wiktionary Übersetzungen für apparatuur:

apparatuur
noun
  1. het geheel aan toestellen en toebehoor dat men voor een bepaalde taak benodigt