Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. bekend:
  2. bekennen:
  3. Wiktionary:
  4. User Contributed Translations for bekend:
    • acquainted


Niederländisch

Detailübersetzungen für bekend (Niederländisch) ins Englisch

bekend:

bekend Adjektiv

  1. bekend (vertrouwd)
    familiar; known; trusted

Übersetzung Matrix für bekend:

AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
familiar bekend; vertrouwd familiair; gemeenzaam; gevierd; makkelijk in de omgang; populair
known bekend; vertrouwd ruchtbaar
trusted bekend; vertrouwd blij; blijgeestig; blijmoedig; dartel; fideel; fleurig; geestig; jolig; kleurig; kwiek; levendig; lustig; monter; opgeruimd; opgetogen; opgewekt; uitgelaten; vertrouwde; vrolijk; wakker; welgemoed; zonnig

Verwandte Wörter für "bekend":

  • bekendheid, bekender, bekendere, bekendst, bekendste

Antonyme für "bekend":


Verwandte Definitionen für "bekend":

  1. wie of wat je kent1
    • dit is een bekend verhaal1
  2. wie of wat veel mensen kennen1
    • Lubbers is een bekende Nederlander1

Wiktionary Übersetzungen für bekend:

bekend
adjective
  1. known to one
  2. familiar
adverb
  1. informed

bekennen:

bekennen Verb (beken, bekent, bekende, bekenden, bekend)

  1. bekennen
    to confess
    • confess Verb (confesss, confessed, confessing)

Konjugationen für bekennen:

o.t.t.
  1. beken
  2. bekent
  3. bekent
  4. bekennen
  5. bekennen
  6. bekennen
o.v.t.
  1. bekende
  2. bekende
  3. bekende
  4. bekenden
  5. bekenden
  6. bekenden
v.t.t.
  1. heb bekend
  2. hebt bekend
  3. heeft bekend
  4. hebben bekend
  5. hebben bekend
  6. hebben bekend
v.v.t.
  1. had bekend
  2. had bekend
  3. had bekend
  4. hadden bekend
  5. hadden bekend
  6. hadden bekend
o.t.t.t.
  1. zal bekennen
  2. zult bekennen
  3. zal bekennen
  4. zullen bekennen
  5. zullen bekennen
  6. zullen bekennen
o.v.t.t.
  1. zou bekennen
  2. zou bekennen
  3. zou bekennen
  4. zouden bekennen
  5. zouden bekennen
  6. zouden bekennen
diversen
  1. beken!
  2. bekent!
  3. bekend
  4. bekennend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

bekennen [znw.] Nomen

  1. bekennen (confessie)
    the admission; the acknowledgement; the confession

Übersetzung Matrix für bekennen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
acknowledgement bekennen; confessie bedankbrief; bedankje; bevestiging; bronvermelding; dank; dankbetuiging; danken; dankzegging; erkenning; toegeving
admission bekennen; confessie akkoord; entree; erkenning; fiat; goedkeuring; goedvinden; ingang; inlaat; permissie; toegang; toegeving; toelating; toestemming
confession bekennen; confessie bekentenis; belijdenis; biecht; confessie; geloofsbekentenis; geloofsbelijdenis; gemoedsuiting; ontboezeming
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
confess bekennen biechten; opbiechten

Verwandte Definitionen für "bekennen":

  1. zeggen dat je iets slechts gedaan hebt1
    • hij bekende de inbraak bij de politie1

Wiktionary Übersetzungen für bekennen:

bekennen
verb
  1. toegeven
bekennen
verb
  1. to admit to the truth
  2. to concede as true
  3. to admit the knowledge of

Cross Translation:
FromToVia
bekennen avow; approve; confess avouerconfesser et reconnaître qu’une chose être ou n’est pas, en demeurer d’accord.
bekennen admit; confess; profess; acknowledge; concede; avow confesserreconnaitre pour vrai.

Verwandte Übersetzungen für bekend