Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. bijgieten:


Niederländisch

Detailübersetzungen für bijgoot (Niederländisch) ins Englisch

bijgieten:

bijgieten Verb (giet bij, goot bij, goten bij, bijgegoten)

  1. bijgieten (serveren; inschenken; tappen; intappen; schenken)
    to pour; pour some more; to add

Konjugationen für bijgieten:

o.t.t.
  1. giet bij
  2. giet bij
  3. giet bij
  4. gieten bij
  5. gieten bij
  6. gieten bij
o.v.t.
  1. goot bij
  2. goot bij
  3. goot bij
  4. goten bij
  5. goten bij
  6. goten bij
v.t.t.
  1. heb bijgegoten
  2. hebt bijgegoten
  3. heeft bijgegoten
  4. hebben bijgegoten
  5. hebben bijgegoten
  6. hebben bijgegoten
v.v.t.
  1. had bijgegoten
  2. had bijgegoten
  3. had bijgegoten
  4. hadden bijgegoten
  5. hadden bijgegoten
  6. hadden bijgegoten
o.t.t.t.
  1. zal bijgieten
  2. zult bijgieten
  3. zal bijgieten
  4. zullen bijgieten
  5. zullen bijgieten
  6. zullen bijgieten
o.v.t.t.
  1. zou bijgieten
  2. zou bijgieten
  3. zou bijgieten
  4. zouden bijgieten
  5. zouden bijgieten
  6. zouden bijgieten
diversen
  1. giet bij!
  2. giet bij!
  3. bijgegoten
  4. bijgietend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für bijgieten:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
add bijgieten; inschenken; intappen; schenken; serveren; tappen aanbouwen; aansluiten; aanvullen; bevatten; bijbouwen; bijdoen; bijleveren; bijrekenen; bijsluiten; bijtellen; bijvoegen; bijzetten; completeren; erbij doen; erbij tellen; erbij voegen; expanderen; inhouden; neerzetten; openen; optellen; plaatsen; samenschikken; samentellen; toevoegen; toevoegen aan levering; uitbouwen; uitbreiden; uitdijen; verbreiden; vermeerderen; verruimen; verwijden; voegen; voltallig maken; zetten
pour bijgieten; inschenken; intappen; schenken; serveren; tappen gieten; gieten op; gulpen; gutsen; in stralen lopen; in stromen neerstorten; opgieten; schenken; uitstorten; vloeien
pour some more bijgieten; inschenken; intappen; schenken; serveren; tappen