Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. doorponsen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für doorponsen (Niederländisch) ins Englisch

doorponsen:

doorponsen Verb (doorpons, doorponst, doorponste, doorponsten, doorgeponst)

  1. doorponsen (ponsen; stansen)
    to die-cut; to punch
    • die-cut Verb (die-cuts, died-cut, dying-cut)
    • punch Verb (punches, punched, punching)

Konjugationen für doorponsen:

o.t.t.
  1. doorpons
  2. doorponst
  3. doorponst
  4. doorponsen
  5. doorponsen
  6. doorponsen
o.v.t.
  1. doorponste
  2. doorponste
  3. doorponste
  4. doorponsten
  5. doorponsten
  6. doorponsten
v.t.t.
  1. heb doorgeponst
  2. hebt doorgeponst
  3. heeft doorgeponst
  4. hebben doorgeponst
  5. hebben doorgeponst
  6. hebben doorgeponst
v.v.t.
  1. had doorgeponst
  2. had doorgeponst
  3. had doorgeponst
  4. hadden doorgeponst
  5. hadden doorgeponst
  6. hadden doorgeponst
o.t.t.t.
  1. zal doorponsen
  2. zult doorponsen
  3. zal doorponsen
  4. zullen doorponsen
  5. zullen doorponsen
  6. zullen doorponsen
o.v.t.t.
  1. zou doorponsen
  2. zou doorponsen
  3. zou doorponsen
  4. zouden doorponsen
  5. zouden doorponsen
  6. zouden doorponsen
en verder
  1. is doorgeponst
  2. zijn doorgeponst
diversen
  1. doorpons!
  2. doorponst!
  3. doorgeponst
  4. doorponsend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für doorponsen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
punch dreun; duw; duwtje; handtastelijkheden; harde klap; hengst; klap; klappen; lel; mep; muilpeer; opdoffer; opdonder; opdonders; opduvel; oplawaai; opstopper; peut; pons; por; ram; slag; stoot; stootje; uithaal; vuistslag; vuistslagen; zet
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
die-cut doorponsen; ponsen; stansen
punch doorponsen; ponsen; stansen een opdonder verkopen; hengsten; rammen; stompen