Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Englisch ->übersetze gebrekkigheid

übersetze gebrekkigheid von Niederländische ins Englisch

Übersicht

Niederländisch nach Englisch: mehr Daten

gebrekkigheid:
- inadequacy; poorness; faultiness; deficiency; imperfection
gebrekkig:
- defective; lacking; poor; unsound; fumbling; clumsy; awkward
Wiktionary:
- gebrekkigheid → disease, illness, sickness, ailment, weakness, frailty, deformity, disability, impairment, infirmity
- gebrekkig → crippled, disabled, infirm, handicapped, faulty, deficient
- gebrekkig → defective, flawed, imperfect

Niederländisch

Detailübersetzungen für gebrekkigheid (Niederländisch) ins Englisch

gebrekkigheid:

gebrekkigheid [de ~ (v)] Nomen

de gebrekkigheid
the inadequacy; the poorness; the faultiness; the deficiency; the imperfection
- inadequacy [the ~] Nomen
- poorness [the ~] Nomen
- faultiness [the ~] Nomen
- deficiency [the ~] Nomen
- imperfection [the ~] Nomen

Übersetzung Matrix für gebrekkigheid:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
deficiency	gebrekkigheid	deficit; gebrek; gemis; kastekort; ontoereikendheid; tekort
faultiness	gebrekkigheid
imperfection	gebrekkigheid	euvel; mankement; onvolkomenheid; tekortkoming
inadequacy	gebrekkigheid
poorness	gebrekkigheid	armelijkheid; armoedigheid; behoeftigheid; haveloosheid; ielheid; magerheid; minvermogendheid; sjofelheid

Verwandte Wörter für "gebrekkigheid":

gebrekkig

Wiktionary Übersetzungen für gebrekkigheid:

Cross Translation:

From	To	Via
• gebrekkigheid	→ disease; illness; sickness; ailment; weakness; frailty; deformity; disability; impairment; infirmity	↔ infirmité — affection congénitale ou accidentelle qui gêne ou empêcher le fonctionnement de telle ou telle partie de l’organisme.

gebrekkig:

gebrekkig Adjektiv

gebrekkig (ondeugdelijk)
defective; lacking; poor; unsound
- defective Adjektiv
- lacking Adjektiv
- poor Adjektiv
- unsound Adjektiv
gebrekkig (stumperig; onhandig; onbeholpen; stuntelig; knullig; schutterig)
fumbling; clumsy; awkward
- fumbling Adjektiv
- clumsy Adjektiv
- awkward Adjektiv

Übersetzung Matrix für gebrekkig:

Adjective	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
awkward	gebrekkig; knullig; onbeholpen; onhandig; schutterig; stumperig; stuntelig	benard; benauwd; bokkig; ernstig; gênant; hachelijk; hinderlijk; koppig; kritiek; lastig; lastige; moeilijk; naar; niet makkelijk; onaangenaam; ongelegen; ongemakkelijk; onhandig; onplezierig; onprettig; onverkwikkelijk; opgelaten; penibel; pijnlijk; slungelig; storend; stuntelig; zeer doend; zorgelijk; zorgwekkend; zwaar
clumsy	gebrekkig; knullig; onbeholpen; onhandig; schutterig; stumperig; stuntelig	klungelig; krukkig; onbeholpen; onhandig; schutterig; slungelig; stoethaspelig; stumperig; stuntelig; sukkelend; sukkelig
defective	gebrekkig; ondeugdelijk	aan stukken; defect; gebroken; geruineerd; in stukken; kapot; naar de knoppen; onklaar; stuk
fumbling	gebrekkig; knullig; onbeholpen; onhandig; schutterig; stumperig; stuntelig	stoethaspelig
lacking	gebrekkig; ondeugdelijk	misbaar; ontbeerlijk
poor	gebrekkig; ondeugdelijk	arm; armelijk; armetierig; armoedig; armzalig; bar; behoeftig; berooid; deerniswekkend; dor; ellendig; erbarmelijk; erg; flodderig; haveloos; inferieur; karig; klungelig; kommerlijk; krukkig; mager; matig; middelmatig; min; minderwaardig; minvermogend; misdeeld; niet al te best; noodlijdend; onbeduidend; onbeholpen; onbemiddeld; ondermaats; ondeugdelijk; ongegoed; onhandig; onvermogend; pover; rampzalig; schamel; schraal; schutterig; sjofel; sjofeltjes; slap; slapjes; slecht; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig; tweederangs; verlopen; zwak; zwakjes
unsound	gebrekkig; ondeugdelijk	incapabel; incompetent; onbekwaam; ongeschikt
Not Specified	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
clumsy		klungelig; links

Verwandte Wörter für "gebrekkig":

gebrekkigheid, gebrekkiger, gebrekkigere, gebrekkigst, gebrekkigste, gebrekkige

Wiktionary Übersetzungen für gebrekkig:

gebrekkig

adjective

één of meerdere gebreken hebbend
- gebrekkig → crippled; disabled; infirm

gebrekkig

adjective

having a handicap
- handicapped → beperkt; behinderd; invalide; andersvalide; mindervalide; gebrekkig; gehandicapt
having or displaying faults; not perfect; not adequate or acceptable
- faulty → gebrekkig; kapot
insufficient or inadequate in amount
- deficient → gebrekkig

Cross Translation:

From	To	Via
• gebrekkig	→ defective; flawed; imperfect	↔ imparfait — Qui n’est pas parfait.