Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. meehelpen:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für meehelpen (Niederländisch) ins Englisch

meehelpen:

meehelpen Verb (help mee, helpt mee, hielp mee, hielpen mee, meegeholpen)

  1. meehelpen (bijspringen)
    to support; to help; to lend a hand; give a hand
  2. meehelpen (bijdragen)
    to assist; to help out; to help
    • assist Verb (assists, assisted, assisting)
    • help out Verb (helps out, helped out, helping out)
    • help Verb (helps, helped, helping)

Konjugationen für meehelpen:

o.t.t.
  1. help mee
  2. helpt mee
  3. helpt mee
  4. helpen mee
  5. helpen mee
  6. helpen mee
o.v.t.
  1. hielp mee
  2. hielp mee
  3. hielp mee
  4. hielpen mee
  5. hielpen mee
  6. hielpen mee
v.t.t.
  1. heb meegeholpen
  2. hebt meegeholpen
  3. heeft meegeholpen
  4. hebben meegeholpen
  5. hebben meegeholpen
  6. hebben meegeholpen
v.v.t.
  1. had meegeholpen
  2. had meegeholpen
  3. had meegeholpen
  4. hadden meegeholpen
  5. hadden meegeholpen
  6. hadden meegeholpen
o.t.t.t.
  1. zal meehelpen
  2. zult meehelpen
  3. zal meehelpen
  4. zullen meehelpen
  5. zullen meehelpen
  6. zullen meehelpen
o.v.t.t.
  1. zou meehelpen
  2. zou meehelpen
  3. zou meehelpen
  4. zouden meehelpen
  5. zouden meehelpen
  6. zouden meehelpen
diversen
  1. help mee!
  2. helpt mee!
  3. meegeholpen
  4. meehelpend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für meehelpen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
help aanmoediging; aansporen; aansporing; assistentie; bijstand; boerenknecht; dienstbetoon; handreiking; help; hulp; hulpbetoon; hulpje; hulpmiddel; hulpverlening; knecht; medewerking; ondersteuning; online-Help; opwekking; redmiddel; ressource; steun; stimulans; support
support aanhangen; aanmoedigen; aanmoediging; aansporen; aansporing; aanvuren; assistentie; bijstand; dienst; dienstbetoon; driepoot; gunst; houvast; hulpbetoon; kost; medewerking; onderbouwing; onderhoud; onderhoudsgeld; onderstel; ondersteuning; opwekking; poot; rugsteun; schoorbalk; schraagpijler; schuinse steunbalk; sokkel; staander; steun; steunbalk; stimulans; stimuleren; stut; stutbalk; support; toejuichen; voedsel; voet; voetstuk; zuilvoet
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
assist bijdragen; meehelpen assisteren; bijspringen; bijstaan; handreiken; helpen; ondersteunen; seconderen; weldoen
give a hand bijspringen; meehelpen
help bijdragen; bijspringen; meehelpen assisteren; avanceren; bijspringen; bijstaan; gerieven; handreiken; helpen; ondersteunen; promoten; seconderen; weldoen
help out bijdragen; meehelpen
lend a hand bijspringen; meehelpen
support bijspringen; meehelpen aanmoedigen; activeren; behouden; bekrachtigen; bevestigen; bezegelen; bezielen; bijvallen; dragen; financieel steunen; financieren; goedkeuren; homologeren; in stand houden; instemmen; met palen stutten; onderhouden; ondersteunen; oppeppen; opwekken; rugsteunen; schoren; schragen; steunen; stimuleren; stutten; van mening zijn; voorstaan
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
help help

Wiktionary Übersetzungen für meehelpen:

meehelpen
verb
  1. anderen helpen iets te doen