Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. nader bespreken:


Niederländisch

Detailübersetzungen für nader bespreken (Niederländisch) ins Englisch

nader bespreken:

nader bespreken Verb (bespreek nader, bespreekt nader, besprak nader, bespraken nader, nader besproken)

  1. nader bespreken
    to discuss further
    • discuss further Verb (discusss further, discussed further, discussing further)

Konjugationen für nader bespreken:

o.t.t.
  1. bespreek nader
  2. bespreekt nader
  3. bespreekt nader
  4. bespreken nader
  5. bespreken nader
  6. bespreken nader
o.v.t.
  1. besprak nader
  2. besprak nader
  3. besprak nader
  4. bespraken nader
  5. bespraken nader
  6. bespraken nader
v.t.t.
  1. heb nader besproken
  2. hebt nader besproken
  3. heeft nader besproken
  4. hebben nader besproken
  5. hebben nader besproken
  6. hebben nader besproken
v.v.t.
  1. had nader besproken
  2. had nader besproken
  3. had nader besproken
  4. hadden nader besproken
  5. hadden nader besproken
  6. hadden nader besproken
o.t.t.t.
  1. zal nader bespreken
  2. zult nader bespreken
  3. zal nader bespreken
  4. zullen nader bespreken
  5. zullen nader bespreken
  6. zullen nader bespreken
o.v.t.t.
  1. zou nader bespreken
  2. zou nader bespreken
  3. zou nader bespreken
  4. zouden nader bespreken
  5. zouden nader bespreken
  6. zouden nader bespreken
diversen
  1. bespreek nader!
  2. bespreekt nader!
  3. nader besproken
  4. nader besprekend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für nader bespreken:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
discuss further nader bespreken

Verwandte Übersetzungen für nader bespreken