Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
cover
|
bescherming; protectie
|
afdekkap; beddedeken; beddekleedje; bedekking; boekomslag; buitenkant; couvert; dak; dek; deken; dekking; dekmantel; deksel; enveloppe; etui; hoes; huls; kaft; kap; koepel; koker; l.p.hoes; lid; omhulsel; omkleedsel; omslag; omwindsel; overdekking; overkapping; overtrek; pennendoosje; pennenkoker; platenhoes; verpakking; wikkel
|
patronage
|
bescherming; protectie
|
clientèle; cliënteel; dienst; gunst; klandizie; klanten; klantenkring; mecenaat
|
protection
|
bescherming; beveiliging; protectie; veiligheid
|
afdekken; afschermen; beschermen; bescherming; geborgenheid; vrijwaring
|
safety
|
bescherming; beveiliging; protectie; veiligheid
|
bescherming; beschutting; veiligheid
|
shelter
|
bescherming; protectie
|
abri; accommodatie; asiel; behuizing; beschutting; hospitium; huisvesting; kwartier; luwte; onderdak; onderkomen; opvangcentrum; schuilhoek; schuilhol; schuilkelder; schuilplaats; stek; tehuis; toevlucht; toevluchtshaven; toevluchtsoord; verblijfplaats; vrijplaats; wachthuisje; wijkplaats
|
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
cover
|
|
afdekken; afleggen; afschermen; afschutten; bedekken; bekleden; bemantelen; beschermen; beschrijven; beschutten; bijsluiten; bijvoegen; dekken; hullen; indekken; inhullen; insluiten; kaften; maskeren; mededelen; meters maken; omhullen; overdekken; overkappen; overkoepelen; overtrekken; overwelven; stofferen; toevoegen; uiteenzetten; van bekleding voorzien; verhalen; verhullen; versluieren; vertellen; zeggen
|
shelter
|
|
accommoderen; herbergen; huisvesten; huizen; iemand huisvesten; iemand onderdak verlenen; onderbrengen; onderdak geven; onderdak verlenen; onderdak verschaffen; plaatsen; schuilen; toevluchten; uitwijken; wegkruipen
|