Niederländisch
Detailübersetzungen für rijzend (Niederländisch) ins Englisch
rijzend:
-
rijzend (klimmend; toenemend; stijgend; oplopend; omhooggaand; verheffend)
increasing; rising; mounting; climbing; going up; on the increase-
increasing Adjektiv
-
rising Adjektiv
-
mounting Adjektiv
-
climbing Adjektiv
-
going up Adjektiv
-
on the increase Adjektiv
-
Übersetzung Matrix für rijzend:
rijzen:
-
rijzen (gaan staan; opstaan; omhoogrijzen)
-
rijzen (omhoogstijgen; stijgen; omhoog rijzen; omhoog komen; aanwassen)
-
rijzen (omhoogrijzen; oprijzen)
Konjugationen für rijzen:
o.t.t.
- rijs
- rijst
- rijst
- rijzen
- rijzen
- rijzen
o.v.t.
- rees
- rees
- rees
- rezen
- rezen
- rezen
v.t.t.
- ben gerezen
- bent gerezen
- is gerezen
- zijn gerezen
- zijn gerezen
- zijn gerezen
v.v.t.
- was gerezen
- was gerezen
- was gerezen
- waren gerezen
- waren gerezen
- waren gerezen
o.t.t.t.
- zal rijzen
- zult rijzen
- zal rijzen
- zullen rijzen
- zullen rijzen
- zullen rijzen
o.v.t.t.
- zou rijzen
- zou rijzen
- zou rijzen
- zouden rijzen
- zouden rijzen
- zouden rijzen
diversen
- rijs!
- rijst!
- gerezen
- rijzend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für rijzen:
Wiktionary Übersetzungen für rijzen:
rijzen
Cross Translation:
verb
-
to begin to brighten with daylight
-
To move upwards
-
of a celestial body: to appear to move from behind the horizon
-
-
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• rijzen | → prove | ↔ gehen — (der Teig beim Backen): sich in der Ruhephase beim Gärprozess befinden, aufgehen, gären |
• rijzen | → descend; get off; go down; get out; exit; go out; alight; emerge; leave; quit; get out of a car | ↔ descendre — Traductions à trier suivant le sens. |
• rijzen | → swell; swell up | ↔ gonfler — Enfler. |