Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. verwonderd:
  2. verwonderen:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für verwonderd (Niederländisch) ins Englisch

verwonderd:

verwonderd Adjektiv

  1. verwonderd (met de mond vol tanden; verbaasd; sprakeloos; )
    astonished; speechless; amazed; staggered; stupefied; dumb; blank; inarticulate
    flabbergasted
    – as if struck dumb with astonishment and surprise 1
    • flabbergasted Adjektiv
      • the flabbergasted aldermen were speechless1

Übersetzung Matrix für verwonderd:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
blank formulier; gaping; hiaat; invulformulier; lacune; ledigheid; leegte; leemte
AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
amazed met de mond vol tanden; met open mond; sprakeloos; verbaasd; verbijsterd; verbluft; verstomd; verwonderd
astonished met de mond vol tanden; met open mond; sprakeloos; verbaasd; verbijsterd; verbluft; verstomd; verwonderd
blank met de mond vol tanden; met open mond; sprakeloos; verbaasd; verbijsterd; verbluft; verstomd; verwonderd blanco; blank; inhoudsloos; leeg; loos; onbeschreven; ongelakt; oningevuld; uitdrukkingsloos; vrij; wezenloos; wit; wit van huidskleur; zonder taak
dumb met de mond vol tanden; met open mond; sprakeloos; verbaasd; verbijsterd; verbluft; verstomd; verwonderd dom; onverstandig; stom; suf
flabbergasted met de mond vol tanden; met open mond; sprakeloos; verbaasd; verbijsterd; verbluft; verstomd; verwonderd beduusd; getroffen; ontdaan; onthutst; ontsteld; ontzet; overbluft; overdonderd; overrompeld; paf; perplex; sprakeloos; stom; stomverbaasd; verbaasd; verbouwereerd; zwijgend
inarticulate met de mond vol tanden; met open mond; sprakeloos; verbaasd; verbijsterd; verbluft; verstomd; verwonderd
speechless met de mond vol tanden; met open mond; sprakeloos; verbaasd; verbijsterd; verbluft; verstomd; verwonderd beduusd; ontdaan; onthutst; ontsteld; ontzet; overbluft; paf; perplex; sprakeloos; stom; stomverbaasd; verbaasd; verbouwereerd; zwijgend
stupefied met de mond vol tanden; met open mond; sprakeloos; verbaasd; verbijsterd; verbluft; verstomd; verwonderd bokkig; daas; dof; dwars; geesteloos; koppig; mat; soezerig; stijfhoofdig; suf; verdoofd; versuft; weerbarstig; weerspannig
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
staggered met de mond vol tanden; met open mond; sprakeloos; verbaasd; verbijsterd; verbluft; verstomd; verwonderd beduusd; daas; dof; geesteloos; mat; ontdaan; onthutst; ontsteld; ontzet; overbluft; overdonderd; perplex; soezerig; stomverbaasd; suf; verbaasd; verbouwereerd; versuft

verwonderd form of verwonderen:

verwonderen Verb (verwonder, verwondert, verwonderde, verwonderden, verwonderd)

  1. verwonderen (verbazen; verbijsteren; bevreemden)
    to astonish; to amaze; to surprise; wow; suprise
    • astonish Verb (astonishes, astonished, astonishing)
    • amaze Verb (amazes, amazed, amazing)
    • surprise Verb (surprises, surprised, surprising)
    • wow Verb
    • suprise Verb
  2. verwonderen (afvragen)
    to wonder; to doubt
    • wonder Verb (wonders, wondered, wondering)
    • doubt Verb (doubts, doubted, doubting)

Konjugationen für verwonderen:

o.t.t.
  1. verwonder
  2. verwondert
  3. verwondert
  4. verwonderen
  5. verwonderen
  6. verwonderen
o.v.t.
  1. verwonderde
  2. verwonderde
  3. verwonderde
  4. verwonderden
  5. verwonderden
  6. verwonderden
v.t.t.
  1. heb verwonderd
  2. hebt verwonderd
  3. heeft verwonderd
  4. hebben verwonderd
  5. hebben verwonderd
  6. hebben verwonderd
v.v.t.
  1. had verwonderd
  2. had verwonderd
  3. had verwonderd
  4. hadden verwonderd
  5. hadden verwonderd
  6. hadden verwonderd
o.t.t.t.
  1. zal verwonderen
  2. zult verwonderen
  3. zal verwonderen
  4. zullen verwonderen
  5. zullen verwonderen
  6. zullen verwonderen
o.v.t.t.
  1. zou verwonderen
  2. zou verwonderen
  3. zou verwonderen
  4. zouden verwonderen
  5. zouden verwonderen
  6. zouden verwonderen
diversen
  1. verwonder!
  2. verwondert!
  3. verwonderd
  4. verwonderend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für verwonderen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
doubt aarzeling; besluiteloosheid; tweestrijd; twijfel; twijfeling; weifeling
surprise bevreemding; overrompeling; surprise; verrassing; verwondering
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
amaze bevreemden; verbazen; verbijsteren; verwonderen
astonish bevreemden; verbazen; verbijsteren; verwonderen
doubt afvragen; verwonderen aarzelen; betwijfelen; dubben; onzeker zijn; talmen; twijfelen; weifelen
suprise bevreemden; verbazen; verbijsteren; verwonderen iemand overvallen met iets; verrassen
surprise bevreemden; verbazen; verbijsteren; verwonderen iets onverwachts doen; overrompelen; overvallen; verrassen
wonder afvragen; verwonderen nadenken; peinzen; piekeren; prakkiseren; vraag stellen; vragen
wow bevreemden; verbazen; verbijsteren; verwonderen
- verbazen
OtherVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
wonder wonder

Synonyms for "verwonderen":


Verwandte Definitionen für "verwonderen":

  1. ervan opzien omdat je het niet verwacht2
    • het verwondert me dat hij zoveel geduld heeft2

Wiktionary Übersetzungen für verwonderen:

verwonderen
verb
  1. overgankelijk werkwoord
  2. wederkerend werkwoord
verwonderen
verb
  1. To delight

Cross Translation:
FromToVia
verwonderen surprise wundern — (transitiv) jemand oder etwas erstaunt jemanden
verwonderen astonish; amaze; stagger; stun étonner — (term, sens étymologique concret) ébranler à la manière du tonnerre.

Verwandte Übersetzungen für verwonderd