Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. weekte:
  2. weken:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für weekte (Niederländisch) ins Englisch

weekte:

weekte [znw.] Nomen

  1. weekte (slapte)
    the weakness; the slackness

Übersetzung Matrix für weekte:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
slackness slapte; weekte krachteloosheid; laksheid; slapheid; slapte; sulligheid; weekheid; zachtheid; zwakheid; zwakte
weakness slapte; weekte baisse; deflatie; flauwheid; krachteloosheid; laksheid; prijsdaling; prijsverlaging; slapheid; slapte; sulligheid; weekheid; zachtheid; zonder veel smaak; zwak punt; zwakheid; zwakte

weekte form of weken:

weken [het ~] Nomen

  1. het weken (inweken)
    the soaking; the softening

weken Verb (week, weekt, weekte, weekten, geweekt)

  1. weken (week maken; ontharden; verweken; zachtmaken; in de week zetten)
    – in water zetten om week te laten worden of om vuil los te maken 1
    to soak; to leave to soak
    • soak Verb (soaks, soaked, soaking)
    • leave to soak Verb (leaves to soak, left to soak, leaving to soak)

Konjugationen für weken:

o.t.t.
  1. week
  2. weekt
  3. weekt
  4. weken
  5. weken
  6. weken
o.v.t.
  1. weekte
  2. weekte
  3. weekte
  4. weekten
  5. weekten
  6. weekten
v.t.t.
  1. heb geweekt
  2. hebt geweekt
  3. heeft geweekt
  4. hebben geweekt
  5. hebben geweekt
  6. hebben geweekt
v.v.t.
  1. had geweekt
  2. had geweekt
  3. had geweekt
  4. hadden geweekt
  5. hadden geweekt
  6. hadden geweekt
o.t.t.t.
  1. zal weken
  2. zult weken
  3. zal weken
  4. zullen weken
  5. zullen weken
  6. zullen weken
o.v.t.t.
  1. zou weken
  2. zou weken
  3. zou weken
  4. zouden weken
  5. zouden weken
  6. zouden weken
diversen
  1. week!
  2. weekt!
  3. geweekt
  4. wekend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für weken:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
soak dronkaard; dronkelap; dronkeman; zatlap
soaking inweken; weken
softening inweken; weken matiging; mindering; moderatie; tempering; verweking
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
leave to soak in de week zetten; ontharden; verweken; week maken; weken; zachtmaken
soak in de week zetten; ontharden; verweken; week maken; weken; zachtmaken afweken; doortrekken met vloeistof; doorweken; drenken; inweken
AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
softening verzachtend

Verwandte Wörter für "weken":


Verwandte Definitionen für "weken":

  1. in water zetten om week te laten worden of om vuil los te maken1
    • deze spijkerbroeken moet ik eerst weken met Biotex1

Wiktionary Übersetzungen für weken:

weken
noun
  1. door langdurig in een vloeistof te leggen zacht, plooibaar of beter wasbaar maken
weken
verb
  1. to soak an item in liquid