Übersicht


Niederländisch

Detailübersetzungen für uitvaren tegen (Niederländisch) ins Spanisch

uitvaren tegen:

uitvaren tegen Verb (vaar uit tegen, vaart uit tegen, voer uit tegen, voeren uit tegen, uitgevaren tegen)

  1. uitvaren tegen

Konjugationen für uitvaren tegen:

o.t.t.
  1. vaar uit tegen
  2. vaart uit tegen
  3. vaart uit tegen
  4. varen uit tegen
  5. varen uit tegen
  6. varen uit tegen
o.v.t.
  1. voer uit tegen
  2. voer uit tegen
  3. voer uit tegen
  4. voeren uit tegen
  5. voeren uit tegen
  6. voeren uit tegen
v.t.t.
  1. ben uitgevaren tegen
  2. bent uitgevaren tegen
  3. is uitgevaren tegen
  4. zijn uitgevaren tegen
  5. zijn uitgevaren tegen
  6. zijn uitgevaren tegen
v.v.t.
  1. was uitgevaren tegen
  2. was uitgevaren tegen
  3. was uitgevaren tegen
  4. waren uitgevaren tegen
  5. waren uitgevaren tegen
  6. waren uitgevaren tegen
o.t.t.t.
  1. zal uitvaren tegen
  2. zult uitvaren tegen
  3. zal uitvaren tegen
  4. zullen uitvaren tegen
  5. zullen uitvaren tegen
  6. zullen uitvaren tegen
o.v.t.t.
  1. zou uitvaren tegen
  2. zou uitvaren tegen
  3. zou uitvaren tegen
  4. zouden uitvaren tegen
  5. zouden uitvaren tegen
  6. zouden uitvaren tegen
diversen
  1. vaar uit tegen!
  2. vaart uit tegen!
  3. uitgevaren tegen
  4. uitvarend tegen
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für uitvaren tegen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
desatarse contra afsnauwen; uitvallen tegen
encolerizarse driftig zijn; opstuiven; opvliegen
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
desatarse contra uitvaren tegen donderen; foeteren; tekeergaan; uit de slof schieten; uitvaren; vloeken
encolerizarse uitvaren tegen blaffen; brullen; bulderen; daveren; fulmineren; op tilt slaan; opstuiven; opvliegen; schreeuwen; vuilbekken
enfurecerse uitvaren tegen blaffen; boos worden; brullen; bulderen; daveren; foeteren; fulmineren; schreeuwen; vloeken; vuilbekken
fulminar uitvaren tegen
fulminar contra uitvaren tegen
lanzar blasfemias uitvaren tegen beledigen; blaffen; brullen; bulderen; daveren; foeteren; fulmineren; ketteren; razen; schelden; schreeuwen; te keer gaan; tekeergaan; tieren; uitjouwen; uitmaken voor; uitschelden; vloeken
rabiar uitvaren tegen foeteren; fulmineren; jachten; ketteren; kwaad zijn; opdrijven; ophitsen; opjagen; razen; schuimbekken; te keer gaan; tekeergaan; tieren; voortjagen; woeden; woedend zijn
refunfuñar uitvaren tegen blaffen; brullen; bulderen; daveren; foeteren; grauwen; kankeren; ketteren; kwaad zijn; protesteren; sakkeren; schreeuwen; schuimbekken; snauwen; tegenspartelen; tegenstribbelen; verzetten; vloeken; woedend zijn; zemelen; zeuren
vociferar uitvaren tegen blaffen; blèren; brullen; bulderen; daveren; foeteren; fulmineren; gillen; huilen; janken; jubelen; juichen; ketteren; krijsen; luidkeels iets verkondigen; razen; schetteren; schreeuwen; tekeergaan; tetteren; tieren; vloeken
zarpar uitvaren tegen afreizen; afvaren; blaffen; brullen; bulderen; daveren; foeteren; heengaan; schreeuwen; uitvaren; van wal gaan; verdwijnen; verlaten; vloeken; wegreizen; wegtrekken

Computerübersetzung von Drittern:

Verwandte Übersetzungen für uitvaren tegen