Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. verdacht maken:


Niederländisch

Detailübersetzungen für verdacht maken (Niederländisch) ins Spanisch

verdacht maken:

verdacht maken Verb (maak verdacht, maakt verdacht, maakte verdacht, maakten verdacht, verdacht gemaakt)

  1. verdacht maken (beschuldigen; verdenken; incrimineren; betichten)

Konjugationen für verdacht maken:

o.t.t.
  1. maak verdacht
  2. maakt verdacht
  3. maakt verdacht
  4. maken verdacht
  5. maken verdacht
  6. maken verdacht
o.v.t.
  1. maakte verdacht
  2. maakte verdacht
  3. maakte verdacht
  4. maakten verdacht
  5. maakten verdacht
  6. maakten verdacht
v.t.t.
  1. heb verdacht gemaakt
  2. hebt verdacht gemaakt
  3. heeft verdacht gemaakt
  4. hebben verdacht gemaakt
  5. hebben verdacht gemaakt
  6. hebben verdacht gemaakt
v.v.t.
  1. had verdacht gemaakt
  2. had verdacht gemaakt
  3. had verdacht gemaakt
  4. hadden verdacht gemaakt
  5. hadden verdacht gemaakt
  6. hadden verdacht gemaakt
o.t.t.t.
  1. zal verdacht maken
  2. zult verdacht maken
  3. zal verdacht maken
  4. zullen verdacht maken
  5. zullen verdacht maken
  6. zullen verdacht maken
o.v.t.t.
  1. zou verdacht maken
  2. zou verdacht maken
  3. zou verdacht maken
  4. zouden verdacht maken
  5. zouden verdacht maken
  6. zouden verdacht maken
diversen
  1. maak verdacht!
  2. maakt verdacht!
  3. verdacht gemaakt
  4. verdacht makend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für verdacht maken:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
acusar beschuldigen; betichten; incrimineren; verdacht maken; verdenken aanklagen; beschuldigen; betichten; chargeren; overdrijven; ten laste leggen; tenlaste leggen
adivinar beschuldigen; betichten; incrimineren; verdacht maken; verdenken adviseren; afwegen; gissen; gissing maken; iets aanraden; ingeven; overdenken; overwegen; postuleren; raden; suggereren; tegemoetzien; uitkijken naar; verwachten; vooronderstellen; voorspellen; voortellen; vooruitzien; waarzeggen; wichelen
barruntar beschuldigen; betichten; incrimineren; verdacht maken; verdenken gissen; gissing maken; postuleren; raden; vooronderstellen
conjeturar beschuldigen; betichten; incrimineren; verdacht maken; verdenken adviseren; afwegen; gissen; gissing maken; iets aanraden; ingeven; overdenken; overwegen; postuleren; raden; suggereren; vooronderstellen
culpar beschuldigen; betichten; incrimineren; verdacht maken; verdenken aanklagen; aanrekenen; aanwrijven; berispen; beschuldigen; betichten; blameren; chargeren; gispen; laken; nadragen; overdrijven; ten laste leggen; tenlaste leggen; verwijten; voor de voeten gooien; voorhouden
inculpar beschuldigen; betichten; incrimineren; verdacht maken; verdenken aanklagen; beschuldigen; betichten; chargeren; overdrijven; ten laste leggen; tenlaste leggen
sospechar beschuldigen; betichten; incrimineren; verdacht maken; verdenken postuleren; vooronderstellen

Verwandte Übersetzungen für verdacht maken