Übersicht
Niederländisch nach Spanisch: mehr Daten
- uitgang:
-
Wiktionary:
- uitgang → salida
- uitgang → salida, terminación
Niederländisch
Detailübersetzungen für uitgang (Niederländisch) ins Spanisch
uitgang:
Übersetzung Matrix für uitgang:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
desinencia | uitgang; uitloop; uitweg | |
escapatoria | uitgang; uitloop; uitweg | ontsnappingsroute; snoepreisje; vluchtweg |
escape | uitgang; uitloop; uitweg | antwoord; lek; lekkage; lekken; ontsnappingsmogelijkheid; oplossing; uitkomst; uitlaat; uitlaatpijp; uitweg; ventielklep; vlampijp |
salida | uitgang; uitloop; uitweg | afreis; afrit; afvaart; afvaren; exodus; hulpmiddel; redmiddel; ressource; uitrit; uittocht; uitvaren; uitvoer; vertrek |
Antonyme für "uitgang":
Verwandte Definitionen für "uitgang":
Wiktionary Übersetzungen für uitgang:
uitgang
Cross Translation:
noun
-
een weg waarlangs men een ruimte verlaten kan
- uitgang → salida
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• uitgang | → salida | ↔ exit — way out |
• uitgang | → salida | ↔ exit — passage from inside to outside |
• uitgang | → terminación | ↔ termination — The last part of a word; a suffix |
• uitgang | → salida | ↔ issue — sortie, lieu par où l’on sortir. |
• uitgang | → salida | ↔ sortie — action de sortir. |