Niederländisch
Detailübersetzungen für uitschelden (Niederländisch) ins Spanisch
uitschelden:
-
uitschelden (beschimpen)
insultar; injuriar; agraviar; hacer escarnio de-
insultar Verb
-
injuriar Verb
-
agraviar Verb
-
hacer escarnio de Verb
-
-
uitschelden (uitfoeteren; uitkafferen; uitvloeken)
injuriar; poner como un trapo; reñir; poner tibio; poner como un Christo-
injuriar Verb
-
poner como un trapo Verb
-
reñir Verb
-
poner tibio Verb
-
-
uitschelden (schelden; beledigen; uitjouwen; uitmaken voor)
insultar; injuriar; maldecir; blasfemar; lanzar blasfemias-
insultar Verb
-
injuriar Verb
-
maldecir Verb
-
blasfemar Verb
-
lanzar blasfemias Verb
-
Konjugationen für uitschelden:
o.t.t.
- scheld uit
- scheldt uit
- scheldt uit
- schelden uit
- schelden uit
- schelden uit
o.v.t.
- schold uit
- schold uit
- schold uit
- scholden uit
- scholden uit
- scholden uit
v.t.t.
- heb uitgescholden
- hebt uitgescholden
- heeft uitgescholden
- hebben uitgescholden
- hebben uitgescholden
- hebben uitgescholden
v.v.t.
- had uitgescholden
- had uitgescholden
- had uitgescholden
- hadden uitgescholden
- hadden uitgescholden
- hadden uitgescholden
o.t.t.t.
- zal uitschelden
- zult uitschelden
- zal uitschelden
- zullen uitschelden
- zullen uitschelden
- zullen uitschelden
o.v.t.t.
- zou uitschelden
- zou uitschelden
- zou uitschelden
- zouden uitschelden
- zouden uitschelden
- zouden uitschelden
en verder
- ben uitgescholden
- bent uitgescholden
- is uitgescholden
- zijn uitgescholden
- zijn uitgescholden
- zijn uitgescholden
diversen
- scheld uit!
- scheldt uit!
- uitgescholden
- uitscheldend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für uitschelden:
Verwandte Definitionen für "uitschelden":
Wiktionary Übersetzungen für uitschelden:
uitschelden
verb
-
iemand met scheldwoorden bewerken
- uitschelden → insultar
Computerübersetzung von Drittern: