Übersicht
Niederländisch nach Spanisch: mehr Daten
- rechtzetten:
-
Wiktionary:
- rechtzetten → rectificar, desagraviar
- rechtzetten → rectificar, levantar, parar
Niederländisch
Detailübersetzungen für rechtzetten (Niederländisch) ins Spanisch
rechtzetten:
-
rechtzetten (repareren; herstellen; fiksen; maken; goedmaken)
-
rechtzetten (goedmaken; rechtstrijken)
-
rechtzetten (rectificeren)
rectificar; corregir; reparar; restablecer; restaurar; poner recto-
rectificar Verb
-
corregir Verb
-
reparar Verb
-
restablecer Verb
-
restaurar Verb
-
poner recto Verb
-
Konjugationen für rechtzetten:
o.t.t.
- zet recht
- zet recht
- zet recht
- zetten recht
- zetten recht
- zetten recht
o.v.t.
- zette recht
- zette recht
- zette recht
- zetten recht
- zetten recht
- zetten recht
v.t.t.
- heb rechtgezet
- hebt rechtgezet
- heeft rechtgezet
- hebben rechtgezet
- hebben rechtgezet
- hebben rechtgezet
v.v.t.
- had rechtgezet
- had rechtgezet
- had rechtgezet
- hadden rechtgezet
- hadden rechtgezet
- hadden rechtgezet
o.t.t.t.
- zal rechtzetten
- zult rechtzetten
- zal rechtzetten
- zullen rechtzetten
- zullen rechtzetten
- zullen rechtzetten
o.v.t.t.
- zou rechtzetten
- zou rechtzetten
- zou rechtzetten
- zouden rechtzetten
- zouden rechtzetten
- zouden rechtzetten
en verder
- is rechtgezet
- zijn rechtgezet
diversen
- zet recht!
- zet recht!
- rechtgezet
- rechttzettend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für rechtzetten:
Wiktionary Übersetzungen für rechtzetten:
rechtzetten
Cross Translation:
verb
-
met juiste informatie een misverstand corrigeren
- rechtzetten → rectificar; desagraviar
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• rechtzetten | → rectificar | ↔ rectify — to correct or amend something |
• rechtzetten | → levantar; parar | ↔ stand up — bring something up and set it into a standing position |