Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. gezamenlijk:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für gezamenlijk (Niederländisch) ins Spanisch

gezamenlijk:

gezamenlijk Adjektiv

  1. gezamenlijk (samen; tezamen; met z'n beiden)
    juntos; conjunto; conjuntamente; en conjunto; unidos
  2. gezamenlijk (tezamen; gemeenschappelijk; met zijn allen)

Übersetzung Matrix für gezamenlijk:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
conjunto allegaartje; benoemde set; combinatie; compilatie; complet; mengelmoes; onderdelen; samenraapsel; samenstelling; set; verzameling
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
conjuntamente gemeenschappelijk; gezamenlijk; met z'n beiden; met zijn allen; samen; tezamen
conjunto gezamenlijk; met z'n beiden; samen; tezamen
en conjunto gezamenlijk; met z'n beiden; samen; tezamen
juntos gemeenschappelijk; gezamenlijk; met z'n beiden; met zijn allen; samen; tezamen bij elkaar; bijeen; ineen; opeen; samen; tezamen
unidos gezamenlijk; met z'n beiden; samen; tezamen bij elkaar; bijeen; opeen; samen; tezamen

Verwandte Wörter für "gezamenlijk":


Wiktionary Übersetzungen für gezamenlijk:

gezamenlijk
adjective
  1. alle

Cross Translation:
FromToVia
gezamenlijk compartido shared — used multiply
gezamenlijk común commun — Qui sert, qui peut servir à tout le monde ou seulement à plusieurs personnes.