Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. veinzen:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für veinzen (Niederländisch) ins Spanisch

veinzen:

veinzen Verb (veins, veinst, veinsde, veinsden, geveinsd)

  1. veinzen (fingeren; simuleren; voorwenden)

Konjugationen für veinzen:

o.t.t.
  1. veins
  2. veinst
  3. veinst
  4. veinzen
  5. veinzen
  6. veinzen
o.v.t.
  1. veinsde
  2. veinsde
  3. veinsde
  4. veinsden
  5. veinsden
  6. veinsden
v.t.t.
  1. heb geveinsd
  2. hebt geveinsd
  3. heeft geveinsd
  4. hebben geveinsd
  5. hebben geveinsd
  6. hebben geveinsd
v.v.t.
  1. had geveinsd
  2. had geveinsd
  3. had geveinsd
  4. hadden geveinsd
  5. hadden geveinsd
  6. hadden geveinsd
o.t.t.t.
  1. zal veinzen
  2. zult veinzen
  3. zal veinzen
  4. zullen veinzen
  5. zullen veinzen
  6. zullen veinzen
o.v.t.t.
  1. zou veinzen
  2. zou veinzen
  3. zou veinzen
  4. zouden veinzen
  5. zouden veinzen
  6. zouden veinzen
diversen
  1. veins!
  2. veinst!
  3. geveinsd
  4. veinzend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für veinzen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
pretender aansturen op; ambitie; aspiratie; azen; beogen; doel; intentie; pogen; streven; streven naar; trachten
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
fingir fingeren; simuleren; veinzen; voorwenden acteren; beweren; doen voorkomen; huichelen; iemand begunstigen; komedie spelen; pretenderen; stellen; toneelspelen; verklaren; voorgeven; voorschuiven; voortrekken; zich aanstellen
pretender fingeren; simuleren; veinzen; voorwenden aanmatigen; ambiëren; bedoelen; beweren; ergens iets mee willen zeggen; huichelen; menen; pretenderen; stellen; van mening zijn; verklaren; voorgeven; zich verbeelden
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
fingir doende

Wiktionary Übersetzungen für veinzen:

veinzen
verb
  1. zich onecht voordoen

Cross Translation:
FromToVia
veinzen fingir affect — to make a false display of
veinzen imaginar; inventar feign — to give a mental existence to something
veinzen fingir feign — to make a false copy
veinzen fingir; afectar affecter — Feindre ou exagérer certains sentiments, certaines qualités (2)