Niederländisch
Detailübersetzungen für aan flarden scheuren (Niederländisch) ins Spanisch
aan flarden scheuren:
aan flarden scheuren Verb (scheur aan flarden, scheurt aan flarden, scheurde aan flarden, scheurden aan flarden, aan flarden gescheurd)
-
aan flarden scheuren (verscheuren)
destrozar; despedazar; hacer jirones; desmembrar; hacer pedazos; hacer trizas-
destrozar Verb
-
despedazar Verb
-
hacer jirones Verb
-
desmembrar Verb
-
hacer pedazos Verb
-
hacer trizas Verb
-
Konjugationen für aan flarden scheuren:
o.t.t.
- scheur aan flarden
- scheurt aan flarden
- scheurt aan flarden
- scheuren aan flarden
- scheuren aan flarden
- scheuren aan flarden
o.v.t.
- scheurde aan flarden
- scheurde aan flarden
- scheurde aan flarden
- scheurden aan flarden
- scheurden aan flarden
- scheurden aan flarden
v.t.t.
- heb aan flarden gescheurd
- hebt aan flarden gescheurd
- heeft aan flarden gescheurd
- hebben aan flarden gescheurd
- hebben aan flarden gescheurd
- hebben aan flarden gescheurd
v.v.t.
- had aan flarden gescheurd
- had aan flarden gescheurd
- had aan flarden gescheurd
- hadden aan flarden gescheurd
- hadden aan flarden gescheurd
- hadden aan flarden gescheurd
o.t.t.t.
- zal aan flarden scheuren
- zult aan flarden scheuren
- zal aan flarden scheuren
- zullen aan flarden scheuren
- zullen aan flarden scheuren
- zullen aan flarden scheuren
o.v.t.t.
- zou aan flarden scheuren
- zou aan flarden scheuren
- zou aan flarden scheuren
- zouden aan flarden scheuren
- zouden aan flarden scheuren
- zouden aan flarden scheuren
diversen
- scheur aan flarden!
- scheurt aan flarden!
- aan flarden gescheurd
- aan flarden scheurende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze