Niederländisch
Detailübersetzungen für aan het kortste eind trekken (Niederländisch) ins Spanisch
aan het kortste eind trekken:
aan het kortste eind trekken Verb (trek aan het kortste eind, trekt aan het kortste eind, trok aan het kortste eind, trokken aan het kortste eind, aan het kortste eind getrokken)
-
aan het kortste eind trekken
Konjugationen für aan het kortste eind trekken:
o.t.t.
- trek aan het kortste eind
- trekt aan het kortste eind
- trekt aan het kortste eind
- trekken aan het kortste eind
- trekken aan het kortste eind
- trekken aan het kortste eind
o.v.t.
- trok aan het kortste eind
- trok aan het kortste eind
- trok aan het kortste eind
- trokken aan het kortste eind
- trokken aan het kortste eind
- trokken aan het kortste eind
v.t.t.
- heb aan het kortste eind getrokken
- hebt aan het kortste eind getrokken
- heeft aan het kortste eind getrokken
- hebben aan het kortste eind getrokken
- hebben aan het kortste eind getrokken
- hebben aan het kortste eind getrokken
v.v.t.
- had aan het kortste eind getrokken
- had aan het kortste eind getrokken
- had aan het kortste eind getrokken
- hadden aan het kortste eind getrokken
- hadden aan het kortste eind getrokken
- hadden aan het kortste eind getrokken
o.t.t.t.
- zal aan het kortste eind trekken
- zult aan het kortste eind trekken
- zal aan het kortste eind trekken
- zullen aan het kortste eind trekken
- zullen aan het kortste eind trekken
- zullen aan het kortste eind trekken
o.v.t.t.
- zou aan het kortste eind trekken
- zou aan het kortste eind trekken
- zou aan het kortste eind trekken
- zouden aan het kortste eind trekken
- zouden aan het kortste eind trekken
- zouden aan het kortste eind trekken
diversen
- trek aan het kortste eind!
- trekt aan het kortste eind!
- aan het kortste eind getrokken
- aan het kortste eind trekkende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für aan het kortste eind trekken:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
llevar la peor parte | aan het kortste eind trekken | onderspit delven; verliezen |