Übersicht
Niederländisch nach Spanisch: mehr Daten
- aangebakken:
- aanbakken:
-
Wiktionary:
- aanbakken → pegarse
Niederländisch
Detailübersetzungen für aangebakken (Niederländisch) ins Spanisch
aangebakken:
-
aangebakken (aangekoekt)
pegado por cocinarse; pegado; quemado-
pegado por cocinarse Adjektiv
-
pegado Adjektiv
-
quemado Adjektiv
-
Übersetzung Matrix für aangebakken:
Modifier | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
pegado | aangebakken; aangekoekt | aan elkaar zittend; vastgemaakt; vastgeplakt; vastzittend; verkleefd |
pegado por cocinarse | aangebakken; aangekoekt | |
quemado | aangebakken; aangekoekt | aangebrand; geprikkeld; geërgerd; geïrriteerd; pissig; prikkelbaar; verbrand; verschroeid |
aangebakken form of aanbakken:
-
aanbakken
Konjugationen für aanbakken:
o.t.t.
- bak aan
- bakt aan
- bakt aan
- bakken aan
- bakken aan
- bakken aan
o.v.t.
- bakte aan
- bakte aan
- bakte aan
- bakten aan
- bakten aan
- bakten aan
v.t.t.
- ben aangebakken
- bent aangebakken
- is aangebakken
- zijn aangebakken
- zijn aangebakken
- zijn aangebakken
v.v.t.
- was aangebakken
- was aangebakken
- was aangebakken
- waren aangebakken
- waren aangebakken
- waren aangebakken
o.t.t.t.
- zal aanbakken
- zult aanbakken
- zal aanbakken
- zullen aanbakken
- zullen aanbakken
- zullen aanbakken
o.v.t.t.
- zou aanbakken
- zou aanbakken
- zou aanbakken
- zouden aanbakken
- zouden aanbakken
- zouden aanbakken
diversen
- bak aan!
- bakt aan!
- aangebakken
- aanbakkende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für aanbakken:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
pegarse | aanplakken; kleven; lijmen; plakken; vastkleven; vastlijmen; vastplakken | |
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
pegarse | aanbakken | aan elkaar hangen; aan elkaar kleven; aaneenplakken; aanjagen; aankleven; aanlijmen; aansporen; kleven; klitten; lijmen; opjutten; plakken; porren; samenplakken; vastkleven; vastkoeken; vastlijmen; vastplakken; verneuken |