Niederländisch
Detailübersetzungen für aanhouden (Niederländisch) ins Spanisch
aanhouden:
-
aanhouden (arresteren; gevangennemen; oppakken; inrekenen)
arrestar; detener; coger preso; aprehender; aprisionar; coger prisionero-
arrestar Verb
-
detener Verb
-
coger preso Verb
-
aprehender Verb
-
aprisionar Verb
-
coger prisionero Verb
-
-
aanhouden (aandringen; op iets aandringen)
-
aanhouden (doorgaan; continueren; voortzetten; vervolgen; voortgaan; verdergaan)
-
aanhouden (voortduren; voortbestaan)
-
aanhouden (gevangennemen; vatten; arresteren; in hechtenis nemen; oppakken; inrekenen)
encerrar; arrestar; cautivar; apresar; encarcelar; aprisionar; coger preso-
encerrar Verb
-
arrestar Verb
-
cautivar Verb
-
apresar Verb
-
encarcelar Verb
-
aprisionar Verb
-
coger preso Verb
-
Konjugationen für aanhouden:
o.t.t.
- houd aan
- houdt aan
- houdt aan
- houden aan
- houden aan
- houden aan
o.v.t.
- hield aan
- hield aan
- hield aan
- hielden aan
- hielden aan
- hielden aan
v.t.t.
- heb aangehouden
- hebt aangehouden
- heeft aangehouden
- hebben aangehouden
- hebben aangehouden
- hebben aangehouden
v.v.t.
- had aangehouden
- had aangehouden
- had aangehouden
- hadden aangehouden
- hadden aangehouden
- hadden aangehouden
o.t.t.t.
- zal aanhouden
- zult aanhouden
- zal aanhouden
- zullen aanhouden
- zullen aanhouden
- zullen aanhouden
o.v.t.t.
- zou aanhouden
- zou aanhouden
- zou aanhouden
- zouden aanhouden
- zouden aanhouden
- zouden aanhouden
en verder
- ben aangehouden
- bent aangehouden
- is aangehouden
- zijn aangehouden
- zijn aangehouden
- zijn aangehouden
diversen
- houd aan!
- houdt aan!
- aangehouden
- aanhoudende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
aanhouden (volharding; vasthoudendheid; uithouding; taaiheid; volhardendheid)
Übersetzung Matrix für aanhouden:
Verwandte Definitionen für "aanhouden":
Wiktionary Übersetzungen für aanhouden:
aanhouden
Cross Translation:
Cross Translation: