Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. achteruitzetten:


Niederländisch

Detailübersetzungen für achteruitzetten (Niederländisch) ins Spanisch

achteruitzetten:

achteruitzetten Verb (zet achteruit, zette achteruit, zetten achteruit, achteruitgezet)

  1. achteruitzetten (degraderen; in rang verlagen; terugzetten; terugplaatsen)

Konjugationen für achteruitzetten:

o.t.t.
  1. zet achteruit
  2. zet achteruit
  3. zet achteruit
  4. zetten achteruit
  5. zetten achteruit
  6. zetten achteruit
o.v.t.
  1. zette achteruit
  2. zette achteruit
  3. zette achteruit
  4. zetten achteruit
  5. zetten achteruit
  6. zetten achteruit
v.t.t.
  1. heb achteruitgezet
  2. hebt achteruitgezet
  3. heeft achteruitgezet
  4. hebben achteruitgezet
  5. hebben achteruitgezet
  6. hebben achteruitgezet
v.v.t.
  1. had achteruitgezet
  2. had achteruitgezet
  3. had achteruitgezet
  4. hadden achteruitgezet
  5. hadden achteruitgezet
  6. hadden achteruitgezet
o.t.t.t.
  1. zal achteruitzetten
  2. zult achteruitzetten
  3. zal achteruitzetten
  4. zullen achteruitzetten
  5. zullen achteruitzetten
  6. zullen achteruitzetten
o.v.t.t.
  1. zou achteruitzetten
  2. zou achteruitzetten
  3. zou achteruitzetten
  4. zouden achteruitzetten
  5. zouden achteruitzetten
  6. zouden achteruitzetten
diversen
  1. zet achteruit!
  2. zet achteruit!
  3. achteruitgezet
  4. achteruitzettende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für achteruitzetten:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
degradar degraderen
ser degradado degraderen
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
degradar achteruitzetten; degraderen; in rang verlagen; terugplaatsen; terugzetten
ser degradado achteruitzetten; degraderen; in rang verlagen; terugplaatsen; terugzetten